SKF heeft een nieuw model geïntroduceerd waarmee ingenieurs de lagerlevensduur realistischer kunnen berekenen door meer invloedsfactoren in beschouwing te nemen dan voorheen. Het nieuwe model is een grote stap vooruit voor de industrie en zal een cruciale rol spelen omdat het OEM’s en eindgebruikers toelaat lagers met nog grotere zekerheid af te stemmen op de toepassingsomstandigheden. Dit leidt tot een langere lagerlevensduur en lagere bedrijfskosten.
Het nieuwe SKF Generalized Bearing Life Model, dat werd ontwikkeld als onderdeel van het SKF EnCompass Field Performance Programme, stelt OEM-ontwerpers en eindgebruikers in staat lagers beter af te stemmen op de werkelijke toepassingsomstandigheden.
Samen met het door SKF ontwikkelde model, heeft SKF een bijbehorend technisch schrijven opgesteld, dat gezien zijn belang voor vele industrie- en technische sectoren is overhandigd aan de wetenschappelijke gemeenschap.
Het nieuwe model bouwt voort op de sterke punten van het huidige, meer dan 30 jaar geleden door SKF ontwikkelde lagerlevensduurmodel, dat is gestandaardiseerd in ISO 281:2007 en vandaag wereldwijd wordt gebruikt.
SKF Generalized Bearing Life Mode
Het nieuwe SKF Generalized Bearing Life Model maakt nu met succes onderscheid tussen enerzijds oppervlaktegeïnitialiseerde uitvalsmodi en anderzijds onderhuids liggende uitvalmodi. Op basis van expliciete tribologische modellen neemt het nieuwe prestatieparameters in beschouwing, waaronder parameters voor smering, verontreiniging, oppervlaktesterkte en weerstand tegen een milde graad van slijtage. Door inzicht te geven in en rekening te houden met meer potentiële uitvalmodi kan het model het gedrag en de levensduur van lagers realistischer voorspellen onder uiteenlopende bedrijfsomstandigheden.
Alrik Danielson, voorzitter en CEO van de SKF Group: “SKF is trots dat het andermaal een voortrekkersrol speelt in de vooruitgang van de wetenschap van de tribologie en zo bijdraagt aan de optimalisering van lagers in de toepassingen van onze klanten. Dankzij dit innovatieve nieuwe model kunnen we klanten beter helpen lagers te kiezen die aan hun specifieke toepassingsbehoeften voldoen in termen van lagerlevensduur, toerental, energieverbruik en nog veel andere factoren.”
Het huidige lagerlevensduurmodel is voornamelijk gebaseerd op schade door vermoeiing die onder het oppervlak ontstaat. Deze wordt omgezet in een lageroverlevingswaarschijnlijkheid met behulp van het Weibull waarschijnlijkheidsverdelingsmodel en vervolgens aangepast met oppervlaktespanningsconcentratiemodellen voor slechte smering en verontreiniging van het smeermiddel. Het model wordt gebruikt om het unieke dynamische draaggetal van een lager te bepalen, dat bekend staat als de C-waarde; de belasting waarbij de berekende levensduur van de lagerpopulatie met 90% betrouwbaarheid één miljoen omwentelingen is.
Uitval lagers
Vandaag vallen hoogwaardige lagers van SKF echter nog zelden uit door onder het oppervlak ontstane vermoeiiingsschade. Uitval is vandaag doorgaans te wijten aan oppervlakteschade veroorzaakt door factoren zoals verontreiniging, onjuiste smering of andere omgevingsomstandigheden die tot oppervlaktevermoeiing en slijtage lijden.
Bernd Stephan, Senior Vice President, Group Technology Development, legt uit: “De C-waarde blijft een relevante prestatieparameter, maar vertelt slechts een deel van het verhaal. Er wordt immers geen rekening gehouden met de microgeometrie van het rolcontact van het lager, materiaaleigenschappen en andere cruciale factoren. Nieuwe warmtebehandelingen voor staal, nieuwe materialen, een betere oppervlaktetextuur en contactgeometrie, hoogwaardige coatings, hybride lagers, betere smeermiddelen, dit alles kan niet worden uitgedrukt door de stijging van één prestatieparameter voor vermoeiiing onder het oppervlak zoals de C-waarde. Daarom zijn nieuwe concepten in lagerlevensduurmodellen nodig die, in combinatie met de toepassingskennis van SKF, tot betere praktijkprestaties leiden.”
Een bijkomend voordeel van het nieuwe model is dat het flexibel genoeg is om nieuwe tribologische en materiaalkennis te integreren naarmate deze wordt ontwikkeld. Zo kan het model gelijke tred houden met de ontwikkelingen in de lagerwetenschap.