Pagina 16 van: Aandrijftechniek – nummer 8 – 2018

AANDRIJFTECHNIEK | november 201816
I
nnovation Associates (Innas) fungeert als extern R&D-
bedrijf voor industriële ondernemingen. Partijen in de
markt schakelen de onderneming in als ze niet in staat
blijken om bepaalde problemen op te lossen en ze een
frisse kijk nodig hebben. Dat gebeurt in een breed scala
aan activiteiten, vaak onder strikte geheimhouding. Om het
bedrijf meer bekendheid te geven, besloot het om een deel van
de winst te investeren in eigen ontwikkelingen. Omdat de zeven
werknemers tellende onderneming niet de gehele industrie kan
bestrijken, koos het voor één specialiteit: hydrauliek.
Floating cup
Innas is vooral bekend door de ontwikkeling van de ‘fl oating
cup’ technologie. Pompen en motoren volgens dit principe lijken
op axiale plunjereenheden, maar de opbouw verschilt aanmerke-
lijk. Een opvallend verschil is de doorgaande as bij een fl oating
cup pomp, waar bij axiale plunjereenheden sprake is van twee
assen die onder een hoek staan. De kracht wordt direct overge-
bracht op de zuigers die, in tegenstelling tot bij axiale plunjer-
eenheden, bij de fl oating cup eenheden vastzitten aan de rotor.
Op het moment dat de eenheid door de vloeistof onder druk
wordt gezet, wordt de kracht overgedragen op de zuiger en is er
geen scharnierpunt meer dat wrijving kan veroorzaken. Dat zorgt
er voor dat de unit een hoog rendement heeft; bij metingen is
bij vollast 97 procent vastgesteld. De cup kan onder een hoek
van 8° bewegen.
Een plunjer- of tandwielpomp vertoont pulsvariaties die
kunnen oplopen tot 20 procent van het koppel. Innas heeft de
eenheden van meer plunjers voorzien dan de gangbare zeven
of negen bij axiale plunjereenheden (en tandwiel- en gerotor-
eenheden). Met 24 en zelfs 28 plunjers in de fl oating cup pomp
worden twee kwalen uit de wereld geholpen: koppelpulsaties
en het geluidsniveau.
Prijsverschillen
Behalve stillere eenheden met minder koppelvariatie wil
Innas ook goedkopere pompen en motoren op de markt bren-
gen. Toen de onderneming begon met de ontwikkeling van de
fl oating cup pomp deed ze veel ontwikkelingswerk aan verbran-
dingsmotoren. Peter Achten vroeg zich af waarom het mogelijk
was om een automotor en een tandwielkast te produceren voor
13 $/kg (ook in kleine aantallen), terwijl een pomp 40 $/kg tot
80 $/kg kost. Uiteindelijk bestaat elk van de drie uit gietwerk,
lagers, precisiedelen en olie.
Twee factoren zijn van invloed. Op de eerste plaats vergt de
bouw van een pomp veel handwerk. Zelfs bij de marktleiders
bedragen de arbeidskosten 40 procent van de kostprijs. Het plaat-
sen van plunjers, zuigerveren, lagers en dergelijk is tijdrovend
precisiewerk. Op de tweede plaats hebben axiale plunjerpompen
een ingewikkelde en kostbare tolerantieketen. Die keten omvat
elke plunjer, elke zuigerveer, elke plaat, elke klep en elk lager.
Innas heeft de tolerantieketen kunnen terugbrengen tot één
paring, die van de cup naar de plunjer. De inspiratie daartoe werd
gevonden in de auto-industrie. Bij auto’s moesten tot omstreeks
1975 regelmatig de kleppen met voelermaatjes worden bijgesteld.
Tegenwoordig worden kleppen hydraulisch gesteld. Een hydrau-
lische klepstoter heeft een zuigertje met een klepje. Elke keer
als de nokkenas ronddraait, gaat de druk omhoog van nul naar
Een fl oating cup pomp
kan drukken en fl ows
aan die geen enkele
andere hydropomp
levert
15-16-17-18_floatingcupinnas.indd 16 19-11-18 17:12