Pagina 42 van: Aandrijftechniek – nummer 8 – 2017

www.AT-aandrijftechniek.nl NOVEMBER 2017 AT AANDRIJFTECHNIEK42
toch een voordeel kan behalen. Hij kan
bijvoorbeeld 20 procent kosten besparen
aan inbouw en hulpmaterialen. Maar het
voordeel kan ook in de Return of Invest-
ment van zijn klant liggen.”
Dams heeft meer dan tien jaar in de Eind-
hovense hightech mechatronica-industrie
gewerkt en het business model daar een
beetje afgekeken. “Bij de Eindhovense
hightechindustrie bestaat de core busi-
ness bijna altijd enkel uit het ontwikkelen,
samenbouwen, kalibreren en testen van
systemen. Draaien, frezen, bestücken van
printkaarten en het bouwen van modules
besteden ze allemaal uit. Door de fluctua-
ties in de markt wil men zijn productie
snel kunnen op- en afschalen. Dat kan
niet als je hallen vol machines hebt staan.
Bij ons zit de crux in het toepassen van de
juiste motortopologie, deze te schalen
naar de juiste afmetingen om hiermee het
gewenste koppel en toerental te kunnen
realiseren. Door onze expertise kunnen
wij heel efficiënt gebruik maken van de
eigenschappen van het materiaal. Als je
de juiste keuzes maakt kun je met de-
zelfde hoeveelheden materiaal een betere
performance halen. Of je levert dezelfde
prestaties met minder materiaal. Als je
met minder materiaal toe kunt, druk je
ook de kostprijs. Dat geldt niet voor een
normmotor.”
De meeste motoren die nu op de markt
zijn, zijn uitgevoerd volgens NEMA, IEC of
andere normen. Ze worden in grote series
gemaakt en afgenomen en de ontwikke-
lingskosten per motor zijn laag. Dat is
voor een fabrikant van specials in kleinere
series lastig concurreren. Bij de standaard
inductiemotor hoort een ander business
model dan bij de motoren die Magnetic
Innovations ontwikkelt. Maar een norm-
motor zal nooit het rendement opleveren
van een exact op de applicatie afgestemde
motor.
Aansturing
IE3- en IE4-motoren hebben bijna altijd
een frequentieregelaar nodig om de
motor te laten aanlopen en te kunnen
regelen. Dat geldt ook voor permanent-
magneet synchrone motoren. Dams: “De
stator van een PMSM is vaak voorzien van
een drie fasen wikkeling, in 120° verscho-
ven. Je kunt die fasen echter niet willekeu-
rig voorzien van stroom. Een absolute
encoder of Hall-sensor geeft de positie
van de stator ten opzichte van de rotor en
op basis van hun signaal kan de elektro-
nica de toe te voeren stroom en de juiste
fase ervan bepalen. Je moet dus elektro-
nica hebben die de status van de absolute
encoder of Hall-sensor kan lezen en de
juiste stroom kan sturen. Vermogenselek-
tronica kan echter storingen op het net
veroorzaken, maar die moeten volgens de
EMC-richtlijn worden beperkt.
Een inductiemotor daarentegen heeft al-
tijd een stroompiek bij inschakelen, ook
als je hem netjes via ster-driehoek-schake-
ling laat aanlopen. Op het moment dat de
IEC-normen en Europese richtlijnen stren-
ger worden, wordt het voordeel van een
inductiemotor kleiner en dat van de per-
manentmagneet synchrone motor groter.
Bij de strengere eisen heeft ook de induc-
tiemotor vermogenselektronica (softstar-
ter of frequentieregelaar) nodig. Omdat
de elektronica voor beide typen motoren
ongeveer hetzelfde is (microprocessor,
vermogenstrappen, filters), wordt de per-
manentmagneet synchrone motor een
stuk interessanter voor machinebouwers.
Verder is het formaat van een inductie-
motor bij gelijke prestaties ook nog eens
veel groter hetgeen betekent dat er veel
meer koper en blik in toegepast is.”
In het tweede deel wordt ingegaan op het
programma van Magnetic Innovations en
de toepassingen die daarmee zijn gereali-
seerd.
www.magneticinnovations.nl
Frameless moto-
ren buitenloper
MI-F110.
Frameless motoren buitenloper MI-F485.
40-41-42_magnetic.indd 42 15-11-17 10:25