Pagina 39 van: Aandrijftechniek – nummer 7 – 2018

39
van zowel de lage- als hogedruk trap snel op afstemt. Vandaar
dat CompAir over een ‘digitale tandwielkast’ spreekt. Door de
toerentallen van beide schroefblokken optimaal op elkaar af te
stemmen bereik je een uitzonderlijk hoog rendement.”
Meegroeicompressor
“Maar met deze bijzonderheden houdt het niet op,” ver-
volgt Nooijen. “Want nu komt het aspect van de vermogens-
opbouw van deze nieuwe serie. In feite is het geen serie, want
er wordt voor de complete range van 75 kW tot 160 kW maar
één compressor gebouwd bij CompAir. Ook wij vroegen ons hier
in Nederland dus onmiddellijk af hoe we dat in de markt gaan
zetten? Achterliggende gedachte is dat iemand een compres-
sor koopt die voldoet aan de capaciteitsbehoefte qua kubieke
meters perslucht en is afgestemd op de belasting die het elek-
triciteitsnet op de compressorlocatie aan kan. Zo worden com-
pressoren nu immers ook geselecteerd. Heeft iemand een 75 kW
machine nodig, dan leveren wij een 75 kW Ultima (U75) machine.
Datzelfde geldt voor iemand die een zware U160 nodig heeft. Maar
blijkt dat de gebruiker van een U75 na een paar jaar behoefte
heeft aan meer capaciteit, dan kunnen we de machine on site
upgraden naar bijvoorbeeld een 110 kW compressor. Downscalen
kan natuurlijk ook. Dat bespaart de aanschaf van een andere
compressor!”
37 Procent kleinere footprint
In vergelijking met conventionele tweetraps schroefcom-
pressoren bevat de Ultima minder onderdelen. In ieder geval
ontbreekt de tandwielkast. Daarnaast zijn ook de motoren en de
rest van de constructie zo compact mogelijk gehouden (mede
door alle warmte-producerende componenten met compacte
waterkoeling uit te voeren). Daardoor neemt de Ultima 37 procent
minder vloeroppervlak in dan qua capaciteit vergelijkbare olievrije
schroefcompressoren. Op de plek waar nu drie oude schroef-
compressoren staan kunnen dus vier nieuwe Ultima’s worden
gezet! Doordat ook de warmtehuishouding is geoptimaliseerd,
claimt CompAir een 13 procent lager energiegebruik in vergelijking
met machines van de concurrentie die dezelfde output leveren.
In nullast gebruikt de zwaarste 160 kW machine slechts 8 kW.
“In de machine zitten slimme koelcircuits,” legt Johan
Nooijen uit. “Zowel motorwarmte als warmte van de compres-
sorblokken wordt via een waterkoelcircuit afgevoerd en kan op
verschillende manieren worden teruggewonnen. De koelwa-
tertemperatuur is regelbaar en kan dus worden afgestemd op
het doel waarvoor de restwarmte gebruikt gaat worden. Daarbij
zijn watertemperaturen tot 90°C mogelijk, waardoor het koelcir-
cuit van de compressor rechtstreeks op CV-circuits kan worden
aangesloten of kan worden gebruikt voor het opwarmen van
processen. Omdat ook de warmte uit de interne circulatielucht
wordt gehaald, kan in totaal 94 procent van de gebruikte energie
worden teruggewonnen. Door de lucht intern te circuleren en de
warmte via het waterkoelcircuit naar buiten af te voeren, kon
de Ultima ook hermetisch gesloten worden. Uiteraard heeft dit,
mede door de geluiddempende werking van het waterkoelcircuit
rond de motoren, gunstige gevolgen voor de geluidsproductie
die slechts 69 dB(A) bedraagt!”
Industrie 4.0 ready
Het spreekt voor zich dat deze state-of-the-art compressor
is voorzien van de nieuwste digitale snufjes? “Klopt,” reageert >
De ‘digitale
tandwielkast’ stuurt
het toerental van beide
blokken onafhankelijk
van elkaar met
toerentallen tot
maximaal 22.000 min-1
Vergelijking in
afmetingen tussen
een conventionele
motor en de nieuwe,
veel kleinere
PM-motor van de
Ultima
37-38-39-40_meegroeicompressor.indd 39 17-10-18 17:05