Pagina 48 van: Aandrijftechniek – nummer 7 – 2017

www.AT-aandrijftechniek.nl OKTOBER 2017 AT AANDRIJFTECHNIEK48
sen de controller en de I/O-modules of
buscontrollers verloopt via Ethernet Po-
werlink. Wanneer gebruik moet worden
gemaakt van bestaande bussystemen zijn
er ook mogelijkheden voor onder meer
Modbus TCP of Profibus DP.
Gebruik
Alle gegevens zijn uiteindelijk te visualise-
ren middels het dashboard waarvan twee
varianten zijn ontwikkeld: één voor ener-
giemanagers en één voor operators.
De eerste groep heeft de mogelijkheid
alle data uit te lezen en op verschillende
manieren te rangschikken en weer te
geven. Zo kan hij kiezen voor een totaal
energieverbruik van een plant of afdeling,
het verbruik per energiegroep, per afde-
ling of heel gedetailleerd per verbruiker.
Hiervoor zijn verschillende schermen ont-
wikkeld waarbij het openingsscherm bij-
voorbeeld de toptien verbruikers toont.
De gegevens zijn daarbij op diverse
manieren weer te geven: numeriek, in
staafgrafieken of cirkeldiagrammen.
Bovendien zijn de gegevens op verschil-
lende manieren te groeperen zodat het
energieverbruik bijvoorbeeld wordt weer-
gegeven als gemiddeld verbruik door de
tijd (trenddiagram), verbruik per asset of
bijvoorbeeld de aan/uit status van een
asset. Tevens zijn in alle gevallen de bij-
behorende kosten te tonen behorende bij
een bepaalde weergave.
De operator variant wordt vooral gebruikt
voor meet- en regelengineering. Ook
hierbij kan de gebruiker zo ver gaan als hij
zelf wil. Een alarmrapport toont bijvoor-
beeld alle alarmen die in een bepaalde
periode zijn opgetreden. Deze data zijn
echter ook te koppelen aan data uit an-
dere modules waarmee verbanden zijn te
leggen tussen bijvoorbeeld storingen en
piekbelastingen of het inschakelen van
bepaalde assets en piekbelastingen. In
het kader van diagnose draait op de ach-
tergrond altijd software die de gemeten
data in verband kan brengen met bijvoor-
beeld een defecte motor, een los contact,
onvoldoende geheugen, overbelasting
van de CPU, enzovoorts. Bij het overschrij-
den van een bepaalde waarde wordt een
alarm gegenereerd.
Data koppelen
Oudhoff: “Je proeft uit bovenstaande al
dat er een groot aantal mogelijkheden is
om de gemeten data te koppelen. Het is
vooral van belang dat je als gebruiker
leert inzien welke koppelingen waarde-
volle informatie kunnen opleveren. Daar-
bij zijn sommige koppelingen voor de
hand liggend, terwijl andere dat pas zijn
na grondige analyse van diverse datastro-
men. Gebruikers kunnen bij het koppelen
van gegevens ook weer kiezen om klein te
beginnen en later op te schalen door
steeds meer data in de analyses te betrek-
ken.
Wie verder wil gaan in de mogelijkheden,
gebruikt de gegevens voor business intel-
ligence. Dit betekent dat data worden in-
gezet om nog gefundeerder beslissingen
te kunnen nemen op het operationele of
strategische vlak in het kader van de be-
drijfsdoelstellingen. Door middel van een
SQL interface die geïntegreerd is in de
Berkeley database voor BI-systemen, kan
de gebruiker alle historische data uitle-
zen. Hiermee zijn al deze gegevens veilig
gescheiden van alle andere IT-systemen.
Huijbregts voegt toe: “De io.sys interface
tenslotte is beschikbaar om een koppe-
ling te maken met een bovenliggend ERP-
systeem waarbij alle procesvariabelen zijn
te lezen en te schrijven. Het is hier dus
niet nodig om een dure communicatie-
interface te ontwikkelen die een verbin-
ding tussen het ERP- en het energie-
monitoringsysteem mogelijk maakt.”
Load management
Naast het feit dat met EnMon goed kan
worden achterhaald welke invloed
bepaalde maatregelen hebben op het
energieverbruik, zijn de metingen ook te
gebruiken voor het zogenaamde ‘load
management’. Het maken van een ‘worst
case’ analyse ten aanzien van de piek-
belastingen van het net biedt bijvoor-
beeld de mogelijkheid om de relatie vast
te stellen tussen het contractueel ge-
garandeerde vermogen van de energie-
leverancier en de ‘worst case’ eisen van
het systeem. Op basis hiervan is de verde-
ling te verbeteren door het plannen of
verschuiven van belastingen waarmee
piekbelastingen worden voorkomen. Zo is
bijvoorbeeld te kiezen voor het specifice-
ren van een belasting-afschakelingscena-
rio waarbij belastingen worden geïdenti-
ficeerd die in een bepaald tijdsbestek kun-
nen worden afgeschakeld omdat ze een-
voudig niet worden gebruikt. Hoe lang dit
is, hangt van de energievorm af. Voor
elektriciteit geldt bijvoorbeeld 15 minu-
ten, voor gas zestig.
Beheersen en voorspellen
“Er zijn inmiddels bij verschillende bedrij-
ven echt leuke resultaten geboekt,” weet
Oudhoff. “Daarbij is het goed om te zien
dat juist de mogelijkheid om klein te be-
ginnen, bedrijven de rust en financiële
mogelijkheden geeft om serieus met
energiemanagement aan de slag te gaan.
Wie overigens de stap heeft genomen om
specifieke aandacht te besteden aan het
reduceren van het energieverbruik, stelt
vaak ook een energiemanager aan die de
tijd en mogelijkheden krijgt om het on-
derwerp uit te diepen. Juist die mensen
weten op een gegeven moment heel slim
diverse datastromen te combineren om
hieruit managementinformatie te genere-
ren. En wie zover is, zal daar alleen maar
meer plezier in krijgen om zo het bedrijf
en haar energiemanagement naar een
hoger niveau te brengen.”
www.br-automation.comAutomation PC 910 als oplossing voor installatie in besturingskasten.
46-47-48_br.indd 48 18-10-17 14:15