07
500 sensoren
om mee te ‘praten’
Thomas Tribotté is gepassioneerd race-engineer bij het Alpine Elf Matmut Endurance Team. Voor hem en zijn collega-engineers is het heel
normaal om tijdens een race te communiceren met hun machine, in dit geval een Alpine A480 uit de hypercar-klasse van endurance racen.
Als de Alpine A480 op het circuit rijdt is hij uit het zicht van de engineers, vooral op Le Mans, waar het circuit meer dan 13 kilometer lang
is. Maar niets van de prestaties van de auto ontgaat hen dankzij duizenden telemetriegegevens die in real time naar de pits worden ver-
zonden. “Toen we aan de LMP2 deelnamen, was onze auto uitgerust met ongeveer tweehonderd sensoren”, merkt Tribotté op. “Dit seizoen
is dat aantal gestegen tot vijfhonderd. Ons telemetriesysteem verzendt voortdurend tussen de tweeduizend en 2500 gegevens. Om deze
informatie te verwerken en te analyseren, zijn de acht engineers zoals ik in de pits verantwoordelijk voor verschillende aspecten van de
auto. We hebben bijvoorbeeld twee motor-engineers die waken over het energiebeheer, een gebied dat vooral cruciaal is in de hypercar-
klasse.” De data zijn in te delen in een aantal categorieën. Allereerst zijn er de gegevens die betrekking hebben op de betrouwbaarheid van
de auto, met name de temperatuur van de remmen, motor en versnellingsbak, evenals de bandenspanning. Deze essentiële informatie gaat
gepaard met waarschuwingssignalen, waarvan sommige de coureur direct in de auto waarschuwen. “Temperatuurmetingen zijn bijzonder
belangrijk, vooral in een race als Le Mans waar de luchttemperatuur kan variëren van 10°C midden in de nacht tot 30°C aan de start en/of
fi nish”, aldus Tribotté. Naast betrouwbaarheid kunnen telemetriegegevens ook een belangrijke bijdrage leveren aan de prestaties van de
auto. “Als we een aanpassing doen aan de instellingen die een winst van twee procent zou moeten opleveren, maar die in werkelijkheid
door de heersende omstandigheden slechts een winst van 1,8 procent oplevert, weten we dit meteen dankzij de telemetrie. De coureur kan
de instelling vervolgens corrigeren.” Thomas Tribotté en zijn collega’s gebruiken de datastroom ook om de racestrategie van het team te
perfectioneren. “We proberen altijd de hoeveelheid brandstof in de auto te optimaliseren en roepen de racewagen alleen naar binnen als er
minder dan een halve liter in de tank zit. Met de data die we tot onze beschikking hebben, kunnen we zo precies zijn.”
www.alpinecars.com
06-07_fotospread.indd 7 07-10-21 09:10