Pagina 21 van: Aandrijftechniek – nummer 6 – 2020

21
Zo staat in het ambitieuze ‘Farm-to-Fork’-plan
van de Europese Commissie dat tegen 2030 het
gebruik van chemische gewasbeschermingsmid-
delen en antibiotica in de veehouderij gehalveerd
moet zijn ten opzichte van nu. Daarnaast moet
20 procent minder kunstmest gebruikt worden.
Bovendien moet tegen die tijd op 25 procent van
het Europese landbouwareaal biologisch geteeld
worden. Bij de huidige stand van de techniek gaat
duurzamer telen vaak samen met een hogere
arbeidsinzet, wat de opdracht complexer maakt.
De trend naar duurzaamheid leidt er boven-
dien toe dat de schaarse landbouwgrond in het
kader van de ‘biobased economy’ niet alleen
voor het verbouwen van voedsel wordt gebruikt.
Zo worden sommige gewassen benut als ‘bio-
bouwstof’; vezels die bijvoorbeeld in composie-
ten, papier, textiel en bouwmaterialen gebruikt
worden. Daarnaast worden ‘energiegewassen’ als
suikerriet en mais ingezet om brandstof van te
maken. Ook wordt landbouwgrond gebruikt voor
zonneparken.
Robotisering krijgt groeispurt
De druk op het schaarse landbouwareaal neemt
dus toe. Dat de afgelopen decennia de productivi-
teit door technologische ontwikkelingen en betere
rassen al enorm is gestegen, doet hier niets aan
af. Door de intensivering van de landbouw is de
kwaliteit van de bodem namelijk wereldwijd onder
zware druk komen te staan. Zo zijn de wiellasten
van tractoren en (rooi)machines tussen 1980 en
2010 verdubbeld, een belangrijke oorzaak van de
bodemverdichting.
Ongeveer de helft van de Nederlandse land-
bouwbodems is verdicht. Daardoor wordt de
bewatering en zuurstofvoorziening van de bodem
aangetast, met productiviteitsverlies en opbrengst-
derving tot gevolg. Zo valt de maisoogst als gevolg
van bodemverdichting 10 tot 20 procent lager uit.
Daarnaast heeft verdichting negatieve gevolgen op
het bodemleven en de biodiversiteit en ondermijnt
het de functie van de bodem als waterberging.
De robotisering van de Nederlandse landbouw
zal hierdoor naar verwachting in een stroomversnel-
ling komen. “Robots worden grootschaliger ingezet,
zoals drones, oogstrobots en grondsensoren die
de bodemkwaliteit en luchtvochtigheid meten.
Een mooi voorbeeld is een net ontwikkelde asper-
gerobot, die met behulp van een ondergrondse
detectiemethode asperges oogst nog voor deze
boven de grond komen en daardoor tot 25 hands-
tekers vervangt,” legt David Kemps, Sector Banker
Industrie van ABN AMRO, uit.
Nederland kan hiervan profiteren
Om toch op een duurzame wijze in onze
voedselvoorziening te kunnen voorzien, is ver-
dere innovatie nodig. Dit betekent bijvoorbeeld
de inzet op grootschaliger gebruik van robots.
Voorbeelden hiervan zijn kleine oogstrobots die
bodembeschadiging voorkomen. Hiermee wordt
De eTrac elektrische trekker van Farmertronics en de cobot van Universal Robots
vormen samen een universele landbouwrobot (FOTO: FARMERTRONICS)
De aspergerobot van AvL Motion kan autonoom, zonder seizoenarbeiders, asperges
steken (FOTO: AVL MOTION)
||| STRIJD OM AGRARISCHE ROBOTS BARST LOS
In het rapport ‘Strijd om agrarische robots barst los’ heeft
ABN AMRO de agritech-markt in kaart gebracht door
middel van marktonderzoek, interviews en analyse van
onderzoeksrapporten. In dit rapport wordt eerst ingegaan
op twee belangrijke aanjagers van de verwachte groei: het
dreigende tekort aan arbeidskrachten en de trend naar
duurzaamheid. Vervolgens wordt de
wereldwijde en Nederlandse markt in
kaart gebracht en wordt beschreven
waar de huidige knelpunten zitten. Het
rapport is te downloaden via
https://insights.abnamro.nl/
binnen het door Wageningen Research opgezette
project Nationale Proeftuin Precisielandbouw en
het project Strokenteelt geëxperimenteerd.
Door diverse importeurs zoals Abemec en via
het platform Ducksize worden al kleinschalige
akkerbouw- en tuinbouwrobots verhandeld. Maar
robotisering gaat veel verder. Zo worden melk-,
mest- en voerrobots ingezet in de veehouderij,
kunnen drones en grondsensoren de bodemkwa-
liteit en luchtvochtigheid meten. Zelfs de ‘staat’
van dieren en planten wordt in toenemende mate
met technologische middelen gemeten. Kortom:
de agritech-markt staat de komende jaren inter-
nationaal voor een groeispurt.
Nederlandse leveranciers kunnen hiervan
profiteren, zeker omdat Nederlandse bedrijven
van oudsher een sterke positie in de markt van
agrarisch materieel hebben. De markt is echter
competitief. Ook bedrijven uit landen als de VS,
Australië en China ontwikkelen in rap tempo kennis
en technologieën en concurreren hiermee op de
wereldmarkt. <
De ZF functionele testbank voor elektrische aandrijvingen (FOTO: PAUL QUAEDVLIEG)
20-21_abnamro.indd 21 09-09-20 16:19