AANDRIJFTECHNIEK | mei 201956
Hans-Jürgen Koch, Executive Vice President Business Area
Industry Management and Automation bij Phoenix Contact
Electronics, ging in op de achtergrond hiervan. “In het nieuwe
stuurproject zullen wij een referentie-infrastructuur ontwikkelen.
Daarmee kunnen wij de hoge kosten verminderen die samen-
hangen met het invoeren van een nieuwe productversie van
of functionele veranderingen in de levenscyclus van machines
en installaties. Doel is om hun beschikbaarheid op niveau te
houden. Door het gebruik van de digitale tweeling van zowel
de machines en installaties als de hierop gemaakte producten
worden potentiële besparingen van meer dan 50 procent tijdens
bedrijf en verdere besparingen in het kader van inbedrijfstelling
en onderhoud verwacht.”
Daar nog overheen gaat het om de weergave van het
energieverbruik van de fabriek via digitale tweelingen en
om hun interactie met de engineering- en runtime-syste-
men via een op gelijkstroom gebaseerd smart grid binnen
de onderneming.
Nieuwe klanten en markten
Hoe ondernemingen op het technologische fundament
nieuwe diensten kunnen ontwikkelen en markten kunnen ont-
sluiten, is het zwaartepunt van het stuurproject ‘Digital business’.
Wago Kontakttechnik, Denios, GEA en Unity werken samen met
Fraunhofer IEM en de Universität Paderborn aan benaderingen
om potentiële digitale platforms voor kleine en middelgrote
ondernemingen te ontsluiten.
Met een technische infrastructuur voor digitale tweelingen kunnen de inbedrijfstelling en de exploitatie van machines aanzienlijk worden
vereenvoudigd (FOTO: PHOENIX CONTACT)
pilotproductiesystemen van de deelnemende projectpartners
worden omgezet naar validering van de data-integratie.”
Digitale tweelingen als vertrekpunt
Voorwaarde voor het gebruik van digitale tweelingen is, dat
de data digitaal beschikbaar moet zijn. Dat is vaak wel het geval
als een machine nieuw wordt opgeleverd, maar of dat tijdens de
gehele levensduur van bijvoorbeeld 25 jaar bij de eindklant zo
blijft, is zeer de vraag. De praktijk leert dat vervangingsdelen niet
altijd digitaal worden herkend of aangemeld, of dat het nieuwe
deel digitaal gezien niet gelijk is aan het originele onderdeel.
Doel van het it’s OWL stuurproject ‘Technische infrastruc-
tuur voor digitale tweelingen’ is een wederzijdse interactie en
benutting van het digitale model van een product of productie-
systeem tijdens diens levenscyclus mogelijk te maken – en dat
met inachtneming van voor de industrie relevante standaardi-
satie-activiteiten. Bijzondere uitdagingen daarbij zijn de – indien
mogelijk automatiseerbare – aanmaak van digitale tweelingen
en hun bereikbaarheid voor netwerken, platformen en de daar-
aan gekoppelde business modellen. Projectpartners zijn Phoenix
Contact, KEB, Lenze, Weidmüller, Bosch Rexroth, de Hochschule
Ostwestfalen-Lippe en Fraunhofer IOSB-INA.
In een afgesloten it’s OWL-project heeft Phoenix Contact
een continue vormgeving van digitale tweelingen getest. Deze
is onder de paraplu van het project ‘Smart Engineering and
Production 4.0 (SEAP 4.0)’ samen met Eplan en Rittal verder
ontwikkeld.
53-54-55-56-57_owl.indd 56 15-05-19 15:08