Pagina 40 van: Aandrijftechniek – nummer 4 – 2017

www.AT-aandrijftechniek.nl MEI 2017 AT AANDRIJFTECHNIEK40
kan het robotbesturingssysteem worden
ondersteund door een API waarmee de
cobot is in te zetten binnen zowel indu-
striële toepassingen als een wetenschap-
pelijke omgeving.
Deze robot maakt gebruik van CANbus
netwerken om te communiceren tussen
de scharnierpunten waarmee de robot is
te configureren voor 3 tot maximaal 7 vrij-
heidsgraden. Door de modulaire opbouw
heeft de gebruiker bovendien de moge-
lijkheid om de afstanden tussen de ver-
schillende scharnierpunten nauwkeurig af
te stemmen op zijn specifieke applicatie
en bovendien te variëren in het aantal
scharnierpunten. De verschillende eigen-
schappen maken deze robot geschikt voor
zowel kleine als grote bedrijven; ook wan-
neer medewerkers geen programmeerer-
varing hebben. Daarbij streeft de produ-
cent van deze robots ernaar om de oplos-
sing in te zetten bij kleine batch applicaties
om gevaarlijke of steeds weer repete-
rende werkzaamheden uit handen te
nemen. Toepassingen worden dan ook
gezien in pick & place, assemblage, in-
spectie, R&D, farmaceutische en medische
labs enzovoorts.
Dobot
“Tot slot noem ik graag onze Dobot
robot,” zegt Jongedijk. “Dit eveneens Chi-
nese fabrikaat neigt een beetje naar een
robot voor toepassing in de hobbysfeer –
hij kost bijvoorbeeld maar 1500 euro –
maar is wel degelijk ook in te zetten voor
serieuze industriële toepassingen.
Bijvoorbeeld voor lasercoderen, pick &
place, 3D-printen en tekenen.”
“Binnenkort volgt de Dobot M1, een Scara
robot met een payload tot maximaal 1,5
kg en een bereik van 400 mm. Deze uit-
voering is heel simpel te programmeren
waarmee hij wat mij betreft een prima
voorbeeld is van een robot die de grens
overbrugt van ‘Spielerei’ naar industrieel.
Ook een goede robot dus om mee te be-
ginnen wanneer je als bedrijf echt eerder
nog niets met robots hebt gedaan. Hier-
mee leer je dat programmeren eenvoudig
kan zijn, welke mogelijkheden hij biedt,
hoe nauwkeurig en snel het allemaal kan
enzovoorts. De praktijk leert dat mensen
die ermee aan de slag gaan bijna als ‘van-
zelf’ nieuwe ideeën krijgen en zich als het
ware door zichzelf laten inspireren.”
Ontwikkelingen
En wat zijn eigenlijk de belangrijkste ont-
wikkelingen die Edwin Jongedijk verwacht
voor de (nabije) toekomst waar het de ro-
botica betreft? “Ik geloof op dit moment
vooral in ontwikkelingen die zich buiten
het domein van robotica afspelen, maar
die wel van invloed zijn op de ontwikke-
ling van robots. Hierbij denk ik onder-
meer aan de manier waarop smartphones
en tablets evolueren, bijvoorbeeld met
betrekking tot bediening en programme-
ring. Ten aanzien van hardware zie je dat
deze vooral eenvoudiger is te integreren
in bestaande systemen en ook déze ont-
wikkelingen kunnen betekenis hebben
voor de toepassing van robots. Wat écht
een wezenlijk verschil is met een aantal
jaren geleden: er wordt kennis gedeeld.
Vroeger was het ondenkbaar dat (ma-
chine)codes werden doorgegeven zodat
je zelfstandig je robot kon programmeren
en integreren in je eigen systeem. Deze
codes waren geheim. Met de nieuwe ge-
neratie is dat al aan het veranderen. Deze
mensen delen immers zo’n beetje álles al
via social media, dus waarom ook niet
binnen je vakgebied. Gewoon omdat het
leuk is om een ander verder te helpen en
omdat het tegenwoordig bijna een voor-
waarde is om samen tot iets goeds te
komen. Werken met robots wordt overi-
gens ook eenvoudiger omdat er steeds
meer met standaard programmeertalen
wordt gewerkt en de gebruiker vaak niet
eens meer echt programmeert, maar
meer configureert.”
Toekomst
Voor de toekomst wil het REC vasthouden
aan zijn oorspronkelijke waarden: voor
iedereen toegankelijk, laagdrempelig en
streven naar het verhogen van het be-
wustzijn dat robots ook in het mkb hun
bijdrage kunnen leveren aan het sneller,
efficiënter of gewoon veiliger kunnen uit-
voeren van werkzaamheden. Robotica is
niet alleen weggelegd voor multinatio-
nals met massaproductie.
“We willen dit bereiken door onder meer
gratis workshops te organiseren, open
dagen (ook voor basisscholen) te houden
en vooral te werken aan ons ‘portfolio’.
Dit zal in de toekomst steeds verder moe-
ten worden aangevuld met projecten die
aangeven wat een robot kan betekenen in
het mkb en hoe sterk we zijn in het reali-
seren van tailormade oplossingen; we zijn
geen robots, maar we lossen het wel op!
Daarbij eventueel gebruikmakend van de
engineeringscapaciteiten en kennis van
IMS.
Mijn droom? Een heel REC vól projecten
die door ons zijn gerealiseerd. Projecten
die aangeven wat er mogelijk is en waar-
mee andere bedrijven kunnen leren en
proberen. Wees welkom!”
www.roboticsexperiencecenter.com
Aubo-i5: industriële robot waarbij gebruiksvriendelijkheid en func-
tionaliteit centraal staat.
Dobot Magician: op een eenvoudige manier kennismaken met
industriële robotica.
38-39-40_robotcentrum.indd 40 23-05-17 08:15