21
De nieuwste bio-smeermiddelen verlagen de wrijving hetgeen leidt tot een lager energieverbruik en dus
ook minder CO
2
-emissies
Het gebruik van onverzadigde esters als basis kan leiden tot sludgevorming en het versneld optreden van corrosie wanneer de middelen met water in aanraking komen.
Daarnaast bestaat de kans dat verflagen en afdichtingen worden aangetast, en dat is niet gewenst
advies deze voorafgaand aan de overschakeling te vervangen.
Kennis en expertise is dus van groot belang voor een probleem-
loze overschakeling en het voorkomen van teleurstellingen.”
Uitwisselen smeermiddelen
Het uiteindelijke doel van de overschakeling is dat het sys-
teem zo volledig mogelijk wordt gevuld met het bio-smeermiddel
en dat er zo weinig mogelijk van het oorspronkelijke product
achterblijft. Meestal volstaat een normale spoel- of doorsmeer-
procedure. Voor hydraulische systemen bestaan er richtlijnen
voor het toegestane restvolume van de oorspronkelijk gebruikte
vloeistof. Dat is wel afhankelijk van het type vloeistof waarnaar
wordt overgeschakeld en het voorheen gebruikte product. Bij
verliessmeersystemen, zoals bij chassis-vetsmering, kettings-
mering en tweetaktmotoren, is de overschakeling eenvoudiger.
Voorafgaand aan een compatibiliteitscheck is waarschijnlijk de
nieuwe olie direct toe te passen als vervanger.
Mets besluit: “Er is nog veel te bereiken met bio-smeermid-
delen. Maar weet in elk geval dat de nieuwste generatie net zo
goed (of beter) werkt als traditionele smeermiddelen. Daarbij
is in principe voor elke applicatie een geschikt bio-alternatief
beschikbaar. Als de applicatie erom vraagt, zijn er – buiten het
selecteren van het juiste product – weinig drempels meer te
nemen.” <
www.vanmeeuwen.com
||| HET EU ECOLABELTS
Zowel op nationaal als Europees niveau ondersteunt de
industrie het formuleren van hanteerbare criteria voor bio-
smeermiddelen en de invoering daarvan op wereldniveau zodat
geen onnodige handelsbelemmeringen worden opgeworpen.
Binnen de EU is er een milieukeurmerk waarbij voor
smeermiddelen niet alleen gekeken wordt naar biologische
afbreekbaarheid, maar ook naar toxiciteit, bio-accumulatie,
hernieuwbaarheid, CO
2
-balans en minimale vereiste technische
performance. Hiervoor geldt het zogenaamde EU Ecolabel dat
op verpakkingen kenbaar wordt gemaakt met een afbeelding
van een ‘margriet’. Met betrekking tot smeermiddelen geldt
het EU Ecolabel voor hydraulische vloeistoffen, vetten,
kettingzaagoliën, bekistingsoliën en verliessmeermiddelen,
tweetakt olie en tandwieloliën voor industriële- en marine
toepassingen.
Mets: “Er zijn in verhouding slechts weinig bedrijven die
smeermiddelen met het EU-Ecolabel produceren. Dit hangt
samen met uitgebreide testeisen en met de eisen die aan
bijvoorbeeld de verpakking worden gesteld en nodig zijn
om aan te tonen dat een product het EU Ecolabel mag
voeren. Daarbij ontbreekt het – ook in Nederland – aan
een dwingende regelgeving om biologisch afbreekbare
smeermiddelen toe te passen. Al deze factoren maken het
voor smeermiddelproducenten minder aantrekkelijk om te
investeren in het behalen van het EU Ecolabel. Hier ligt een
mooie taak voor de overheid.”
18-19-20-21_vanmeeuwen.indd 39 17-05-2023 07:51