Pagina 20 van: Aandrijftechniek – nummer 3 – 2023

AANDRIJFTECHNIEK | mei 202320
De nieuwste bio-smeermiddelen verlagen de wrijving hetgeen leidt tot een lager energieverbruik en dus
ook minder CO
2
-emissies
Verzadigde en onverzadigde esters
Op basis van bovenstaand overzicht is vast te stellen dat
synthetische esters (uit de HEES-groep volgens de DIN ISO 15380)
verreweg het vaakst worden gebruikt als basis voor de samenstel-
ling van biologisch afbreekbare oliën. Deze esters zijn beschik-
baar in een onverzadigde en verzadigde variant. Onverzadigde
esters zijn in staat eenvoudig verbindingen aan te gaan met
onder meer water en zuurstof waardoor ze sneller degraderen
en hiermee hun werking verliezen. Sterker nog: het gebruik van
onverzadigde esters als basis kan leiden tot sludgevorming en
versneld optreden van corrosie wanneer de middelen met water
in aanraking komen. Daarnaast bestaat de kans dat verflagen en
afdichtingen worden aangetast. En precies dat is niet de bedoe-
ling in offshore applicaties, de scheepvaart of mobiele machines
voor onder meer bosbouw en grondverzet.
Verzadigde esters in combinatie met het juiste additieven-
pakket hebben dat probleem veel minder omdat zij veel minder
reactief zijn. Mets: “Ze zijn wel wat duurder, maar dat is hier een
relatief begrip. Wanneer je kiest voor een goedkoper smeermiddel
op basis van onverzadigde esters, dan zal het zijn eigenschappen
en werking sneller verliezen als het in aanraking komt met andere
materialen of vocht waarmee het graag reageert. De kosten als
gevolg van een kortere levensduur, een hoger smeermiddelver-
bruik, maar ook beschadigingen aan afdichtingen en verflagen
én eventuele gevolgschade zijn zeker vele malen hoger.”
Nieuwste generatie
Mets vervolgt: “Ondanks de oorspronkelijke goede werking
van verzadigde esters hebben verdere ontwikkelingen de afge-
lopen jaren niet stil gestaan. Dit heeft geleid tot een nieuwe
generatie smeermiddelen op basis van poly-alfa-olefinen (PAO’s
uit de zogenaamde HEPR-groep volgens de DIN ISO 15380) die fei-
telijk beter zijn dan conventionele, minerale smeermiddelen. Ze
verminderen beter de wrijving en slijtage, hechten goed, hebben
een hoge smeerfilmsterkte en een lange levensduur waardoor
het verbruik lager is. Al deze eigenschappen leiden vervolgens
tot additionele voordelen. Zo leidt een reductie van de wrijving
tot een lager energieverbruik en dus ook minder CO
2
-emissies.
Het lage verbruik als gevolg van de lange levensduur van de
smeermiddelen betekent weer dat er minder hoeft te worden
geïnvesteerd in smeermiddelen én dat bedrijven uiteindelijk
minder smeermiddelen hoeven af te voeren of weg te gooien.”
Overstappen naar biologisch afbreekbaar?
Bedrijven die willen overstappen op biologisch afbreekbare
smeermiddelen doen er verstandig aan een specialist in de arm
te nemen. Dit omdat de keuze voor het juiste bio-smeermiddel
afhankelijk is van diverse factoren. Natuurlijk de applicatie zelf
maar ook het machinetype, bouwjaar, historie, gebruiksduur
en de bedrijfsomstandigheden van de machine(s) spelen een
rol. Mets: “In veel gevallen is een verzadigde (HEES-)ester een
goede oplossing maar soms is een (HEPR)-PAO een betere keuze.
Voordat je kiest voor een bio-smeermiddel op PAG-basis (HEPG)
is het belangrijk om na te gaan of dit product compatibel is
met aanwezige pakkingen, afdichtingen, coatings, verven en
eventueel andere gevoelige materialen. Voor het toepassen van
een PAO geldt dit daarentegen weer niet. Ook voor componenten
en afdichtingen die wel compatibel zijn, maar in een zodanige
staat verkeren dat lekkage niet kan worden uitgesloten, is het
‘Bedrijven die willen overstappen
op biologisch afbreekbare
smeermiddelen doen er verstandig
aan een specialist in de arm te
nemen’
Er is in principe voor elke applicatie een geschikt bio-alternatief
beschikbaar
18-19-20-21_vanmeeuwen.indd 38 17-05-2023 07:51