Pagina 39 van: Aandrijftechniek – nummer 3 – 2021

39
>
I
n de afgelopen decennia is er bij onze Koninklijke Marine
een grote hoeveelheid kennis opgebouwd over het ver-
zamelen, analyseren en gebruiken van data in het kader
van onder meer onderhoud. In defensietermen heet dat
‘instandhouding’ en het is dan ook de DMI – Directie
Materiële Instandhouding – die gebruik maakt van deze data
voor het onderhoud van schepen, onderzeeboten en bijbeho-
rende systemen zoals het voortstuwingssysteem. Daarnaast deelt
de DMI haar opgedane praktijkkennis en ‘lessons learned’ met
ontwerpers en maakt nieuwe systemen en schepen klaar voor
gebruik. Daarbij hoort ook een stukje bedrijfsvoering voor het
gebruik en onderhoud van technische installaties.
Platform managementsysteem
Luitenant ter zee Marc Los is officier technische dienst bij
de DMI en als operational systems engineer verantwoordelijk
voor de voortstuwingssystemen die lopen van aandrijving (gas-
turbine of dieselmotor) tot HMI. Hij geeft aan: “In principe is er
aan boord veel kennis en ervaring beschikbaar, maar wanneer
er storingen zijn die niet ter plekke zijn op te lossen, worden wij
ingeschakeld. Wij maken dan onder meer gebruik van de data
die beschikbaar zijn in het platform managementsysteem. Bij
een storing wordt het bijbehorende logbestand opgevraagd en
gecombineerd met de informatie afkomstig van de bemanning;
bijvoorbeeld ten aanzien van drukken, temperaturen maar ook
geluid en vaargedrag. Op basis daarvan proberen we een zo goed
mogelijk advies te geven.”
Conditiemonitoring
Daarnaast worden data al sinds jaar en dag gebruikt om de
conditie van de voortstuwingssystemen te monitoren. De twee
belangrijkste in deze zijn trillingsdata (afkomstig van periodieke
trillingsmetingen op onder meer de motoren) en de gegevens die
voortkomen uit smeerolie- en koelwateranalyses. Deze analyses
vinden plaats in de eigen laboratoria in Den Helder en geven
inzicht in de conditie van zowel de smeerolie als de motor zelf.
Tot slot is ook het SAP-systeem rijk aan relevante gegevens zoals
storingen, het aantal draaiuren en het aantal start/stops van een
scheepsmotor of gasturbine.
Op dit moment worden conditiebewakingsdata vooral perio-
diek verzameld waarbij de tijdspanne tussen twee metingen soms
wat aan de lange kant is. Marc Los: “Dit biedt onvoldoende moge-
lijkheden om een goede trendanalyse te maken en op basis daar-
van het benodigde onderhoud te voorspellen. Het liefst zouden
we dus overgaan op continu meten maar dat is specifiek binnen
Defensie een probleem. De gemeten data van een marineschip
mogen namelijk niet zonder een beveiligde verbinding naar de wal
worden verstuurd, omdat het geclassificeerde militaire informatie
bevat. Daarnaast zijn er ook situaties waarin een marineschip
voor bepaalde tijd helemaal geen data wil uitzenden. We zijn nu
aan het bekijken welk interval wenselijk en haalbaar zou zijn om
dit te verbeteren, en welke mogelijkheden er zijn om data toch
beveiligd draadloos naar de wal te transporteren.”
Data voor onderhoud
Omdat het belang van data voor preventief maar ook voor-
spellend onderhoud steeds groter wordt, is Defensie afgelo-
pen jaar gestart met het project ‘data voor onderhoud’. Hierin
wordt in eerste instantie gekeken naar alle data die beschikbaar
zijn en wellicht nog verder zijn in te zetten voor (voorspellend)
onderhoud.
Bart Pollmann is oud-marineman en na zijn leeftijdsont-
slag gestart als Innovator Smart Maintenance. “Een deel van de
beschikbare data is afkomstig van sensoren die oorspronkelijk
Bestaande sensoren en
beschikbare gegevens
combineren door
data-science
TEKST / Marjolein de Wit-Blok
FOTO’S / Koninklijke Marine
Derk Heek van de TU/e licht hier zijn resultaten toe in het kader van voorspelbaar onderhoud aan
de lagers
38-39-40-41_marine.indd 39 12-04-21 16:18