Pagina 28 van: Aandrijftechniek – nummer 3 – 2019

AANDRIJFTECHNIEK | april 201928
Nidec Netherlands vult hem aan: “De ontwikkeling van meer
ethernet is iets wat je ook bij onze regelaars ziet. Steeds vaker is
er een ethernet-aansluiting aan de voorzijde.” Ook legt Van der
Heiden kort iets uit over de gebruikte frequentieregelaars. “In
Doetinchem wordt de Control Techniques Unidrive SP regelaar
gebruikt. Dat is de voorganger van de Control Techniques Unidrive
M700 regelaar, die in de opera in Stockholm is geïnstalleerd. Maar
de basis is hetzelfde: een applicatiemodule waarin de motion
controller is ondergebracht en CTNet waarmee verbinding wordt
gemaakt naar alle drives toe.”
Naar Zweeds design
Het hoofddoel om naar Stockholm te reizen was om de
nieuwste STE Trekwerk-installatie te zien in de Koninklijke Opera.
“In Stockholm was de opdracht iets anders,” legt Brackman uit.
“Daar moesten we de lier maken naar het ontwerp van het
Zweedse Novoscen, ook actief in de theaterwereld. Dat is een
mooie lier geworden, maar wel heel complex en heeft een veel-
voud aan onderdelen in vergelijking met onze eigen lier. Het
was overigens wel een aparte ervaring om iets te maken dat niet
door ons is ontworpen. Gelukkig hebben we uiteindelijk zo’n
80 procent van de lier naar onze hand kunnen zetten.”
De Zweedse lier is een imposant apparaat, zeker als je er
veertig in rijen van 2 x 20 bij elkaar ziet staan. En aan de andere
kant van het grid nogmaals veertig. De complexe lier bestaat
uit een PM-motor, een wormwielreductor en twee remmen. De
uitgaande as van de reductor drijft de drum aan waarop de vijf
kabels van de trek zijn gewikkeld. Helemaal bovenop zien we een
kettingaandrijving die via een mechanisme ervoor zorgt dat de
kabels goed in het spoor blijven van de drum.
Van der Heiden, ook aanwezig in Stockholm, licht de techno-
logie toe: “Voor de aandrijvingen passen wij de Control Techniques
Unimotor HD toe. Deze PM-servomotoren zijn inzetbaar voor
hoog-dynamische toepassingen en kenmerken zich door een zeer
hoog koppel ten opzichte van de bouwgrootte van deze compacte
motor. Voor de feedback wordt een multi turn Hipeface encoder
toegepast. Deze encoder zit middels een vormvaste verbinding
op de motor-as om de positie van de as te waarborgen.”
Wormwielaandrijving
Het aansturen van de Zweedse lieren vindt plaats door de
Unidrive M 700 universele frequentieregelaar waarin een SI
applicatiemodule is geplaatst. In de applicatiemodule is het
STE Trekwerk motion control programma ondergebracht voor
de aansturing van de trek. Ook hier wordt voor de communicatie
gebruikt gemaakt van CTNet protocol waarmee alle cyclische en
non cyclische data wordt verzonden.
Voor de reductiekasten zocht Nidec de samenwerking met
een Nederlandse partner, het bedrijf Rossi Benelux in Panningen.
“Met name het stille karakter van de wormwielaandrijving en het
aanbouwen van de remmen op de tweede primaire as, was voor
ons reden om voor deze kast te kiezen. Andere belangrijke eigen-
schappen zijn dat ze voldoen aan een minimale servicefactor van
2, vormvastheid van alle verbindingen en de juiste bouwvorm.
De reductieverhouding is 1:16. Voor de dubbele remmen werd
een beroep gedaan op Kolmer in Putten, dat de Cantoni remmen
leverde. Overigens zijn alle aandrijfsets in Sliedrecht samenge-
bouwd en getest voordat ze in het lierframe werden gemonteerd.
Kabels, kabels en nog eens kabels
Brackman is blij met de ondersteuning van Nidec Control
Techniques. “De kracht van dat bedrijf is, dat zij de technologie in
‘De Zweedse lier is een imposant
apparaat, zeker als je er veertig in rijen
van 2 x 20 bij elkaar ziet staan’
Deze regelaars zijn de hostdrives voor de verwerking van de ‘cyclic’
en ‘non cyclic data’ over CTnet en de gateway naar het realtime
ethernet netwerk waarop de servers en de TNM zijn aangesloten
Ook de punttrekken in Stockholm zijn naar Zweeds ontwerp
24-25-26-27-28-29_nidectheaters.indd 28 09-04-19 10:07