Pagina 22 van: Aandrijftechniek – nummer 3 – 2017

www.AT-aandrijftechniek.nl APRIL 2017 AT AANDRIJFTECHNIEK22
met andere woorden ze zijn compacter bij
een gelijk koppel. Daarbij komt dat dit
type motor goed compatible is met ver-
schillende frequentieregelaars, weinig
onderhoud nodig heeft en geen stroom
nodig heeft voor de magnetisatie van de
rotor. Een prima toepassing voor dit soort
motoren zijn bijvoorbeeld direct-drive ap-
plicaties. De SPM-motor kent ook een
aantal nadelen zoals beperkte overbelas-
ting is mogelijk en een lage flux verzwak-
king. Bovendien bestaat, alleen bij zware
overbelasting, het risico van demagnetise-
ring, maar dit is met de omvormer prima
te beveiligen. Bij voorkeur moet dit type
motor gebruikt worden met sensor con-
trol en men dient het voltage nauwkeurig
af te stemmen met de geschikte frequen-
tieregelaar.
Bij de IPM-motoren (afb. 3) een nagenoeg
gelijk verhaal zowel qua voor- als nade-
len. Toch zijn er enkele, niet te onder-
schatten verschillen. Ten opzichte van een
SPM-motor heeft een IPM-motor een iets
lagere koppel/volumeverhouding en een
iets hogere massatraagheid. Een voordeel
ten opzichte van de SPM-motor is dat een
IPM-motor geen sensor control nodig
heeft.
SRM en hybride
De SRM-motor (afb. 4) heeft, net zoals de
SPM- en IPM-motoren een zeer hoge effi-
ciency (IE4) bij vollast, maar heeft ook bij
gedeeltelijke belasting een hoge effi-
ciency. Ook hier een lage massatraagheid
en een goede koppel/volumeverhouding.
Echter plust dit type motor bij overbelas-
ting (kan daar goed tegen) en beschikt
over een goede mechanische sterkte. Van
alle hier beschreven types verlangt de
SRM-motor het minste onderhoud en is
het beste compatible met sensorless con-
trol. De reluctantiemotor heeft echter ook
een aantal nadelen, zoals een middel tot
lage flux verzwakking, zijn er maar een
paar frequentieregelaars geschikt voor dit
type motor en dient het voltage nauwkeu-
rig afgestemd te worden met de frequen-
tieregelaar.
De hybride elektromotor (afb. 5) tot slot
heeft weer andere plussen en minnen.
Ook deze beschikt over een zeer hoge ef-
ficiency (IE4) bij vollast en gedeeltelijke
belasting. Door zijn hoge koppel/volume-
verhouding kunnen de hybride elektro-
motoren zeer compact geconstrueerd
worden. Ook hier een goede mechani-
sche sterkte, weinig onderhoud en de
beste lage flux verzwakking. Dit type
motor heeft niet persé een frequentiere-
gelaar nodig en kan het beste gebruikt
worden in applicaties waar andere moto-
ren niet de gewenste prestaties kunnen
leveren. Nadelen zijn er ook; als er een
P4MC en P4MQ-serie
Kolmer Motoren levert nu een range PM-synchrone motoren
vanaf 0,13 kW tot maximaal 90 kW. Daarbij zijn er twee verschil-
lende types leverbaar, de P4MC en de P4MQ. De P4MC heeft,
in vergelijking met een even sterke 3-fasen inductiemotor, een
lager gewicht en een kleinere footprint. De P4MQ-versie daar-
tegen heeft dezelfde mechanische uitwisselbaarheid met elke
gangbare AC-motor. De P4-motorenseries verbruiken aanzienlijk
minder energie over de gehele vermogensrange en voldoen aan
de IE4+ normering. Volgens Kolmer is de terugverdientijd zelfs
minder dan een jaar. Ook zijn er besparingen qua onderhoud,
bij het in bedrijf nemen en zijn er meer dan twintig verschillende
merken regelaars voor borstelloze motoren beschikbaar bij deze
typen motoren. Vanzelfsprekend zijn de motoren te leveren met
rem, encoder en eventueel extra koeling.
Milieuvriendelijke pompen
Ook als het om grote vermogens gaat in combinatie met specifieke eisen van de klant, kan Kolmer Special Motors vaak een oplossing bieden. Het bedrijf heeft al
enkele speciale motoren geleverd voor bijvoorbeeld de aandrijving van onderwaterpompen op baggerschepen. Een van de laatst opgeleverde projecten is de aan-
drijving van vier grote visvriendelijke
Pentair Fairbanks Nijhuis pompen in
een gemaal. “Ook hierbij is de aan-
drijving maatwerk,” legt Berend Muis
uit. “Visvriendelijke pompen draaien
met een lage snelheid maar met wel
een groot volume. De aandrijving die
wij leverden voor het gemaal draait
met een toerental van slechts 136
omw/min. Echter met een volumever-
plaatsing van 30.000 m3/uur heb je
wel een behoorlijk krachtige aandrij-
ving nodig. De speciaalmotoren leve-
ren een vermogen van 1,2 MW.”
Hier wordt één van de visvrien-
delijke pompen geplaatst in een
gemaal (foto: Pentair Fairbanks
Nijhuis).
20-21-22-23_kollmermotoren.indd 22 13-04-17 13:35