Pagina 16 van: Aandrijftechniek – nummer 3 – 2017

www.AT-aandrijftechniek.nl APRIL 2017 AT AANDRIJFTECHNIEK16
waarna de stukken met een robot in de
machine worden gelegd. Hierna volgt een
aantal persgangen tot aan het eind een
volledig product de perslijn verlaat. Naast
het persen assembleert het bedrijf ook
diverse producten.
Het probleem
Hoewel sommige perslijnen al draaien
vanaf de jaren ’60/’70, ontstond er een
aantal jaar geleden toch steeds meer pro-
blemen. Dit had niet zozeer te maken met
de leeftijd van de machines, maar met het
feit dat met verschillende revisieronden
steeds meer nieuwe technieken en com-
ponenten waren geïntroduceerd. In de
meeste gevallen om de productiesnelheid
te kunnen verhogen. Deze nieuwe com-
ponenten en technieken – waaronder
servo- en proportionaaltechnieken – on-
derscheiden zich van de oude technieken
door een hogere gevoeligheid voor
slechte (vuile) hydrauliekolie. Daar waar
de oude robuuste machines dus relatief
eenvoudig door alle vervuiling heen leken
te draaien (slijtagevuil heeft in deze jaren
namelijk wel het inwendige van het sy-
steem aangetast), zorgden juist de revisie-
onderdelen voor problemen.
Reeds vanaf het jaar 2000 voert Hulshof
samen met de onderhoudsafdeling van
voestalpine onderzoek uit naar de olie-
kwaliteit van de 300.000 liter olie die in de
gezamenlijke systemen stroomt. “Het
voert te ver om de volledige geschiedenis
hier weer te geven,” geeft hij aan. “Sa-
menvattend kunnen we zeggen dat we
uiteindelijk alle data die gedurende al
deze jaren zijn verzameld – en beschik-
baar waren op papier – op een gegeven
moment hebben omgezet naar een zoge-
naamd zelfontwikkeld ‘trending docu-
ment’. In dit document is de visueel be-
paalde reinheid opgenomen evenals de
viscositeit, het zuurgetal, de ICP waarden,
het watergehalte, de filtreerbaarheid en
de verouderingsgraad van de olie per ma-
chine. Dit gaf ons de gelegenheid om de
minder goed werkende machines te on-
derscheiden van de goed werkende ma-
chines. Daarbij hebben we vervolgens van
de probleemmachines op componentni-
veau bekeken wat de minimaal vereiste
reinheidsklasse moest zijn en hebben
kunnen constateren dat niet elke olie in
ieder hydraulisch systeem daaraan vol-
deed.”
Filtratie
Om het probleem van de relatief vuile olie
op te lossen is in de jaren daarna zowel
gewerkt aan de systeemfiltratie (hoofdfil-
ters) als aan de bypassfiltratie. De laatste
vorm van filtreren is een relatief vreemde
eend in de bijt omdat er – zoals de naam
al aangeeft – slechts een heel klein deel
van de oliebypass aan het systeem door
het filter wordt geleid. Daarbij wordt de
olie echter ontdaan van ook de allerklein-
ste deeltjes en stroomt vervolgens met
een hogere reinheidsgraad het systeem
weer in. De praktijk leert dat olie met de
juiste reinheidsgraad, die is toegevoegd
aan goed geconstrueerde en onderhou-
den systemen, middels bypassfiltratie af-
doende schoon kan blijven. Het gevolg
van de schone olie is nauwelijks slijtage,
een langere standtijd van de olie en hier-
door een hogere machinebeschikbaar-
heid.
De verschillende olieonderzoeken hebben
de onderhoudsafdeling uiteindelijk een
goed beeld gegeven van de reinheids-
graad van de olie. Zo gaven de meetwaar-
den ondermeer aan dat zich in de olie
(erg) veel slijtagedeeltjes bevonden. Dit
was ook terug te zien bij de pompen die
een persslag tot 1000 cc per omwenteling
hebben en waarbij de doorstroomsnel-
heden en drukken relatief hoog zijn. Hier
hebben de vele slijtagedeeltjes de opper-
vlakken bijna ‘gezandstraald’.
Omdat voestalpine iedere vorm van inno-
vatie die leidt tot verbeteringen toejuicht,
werd de mogelijkheid geboden om – op
basis van het vooronderzoek – in 2012
een pilot te starten waarbij op één ma-
chine dieptefiltratie werd toegepast. De
resultaten logen er niet om. Gedurende
het halve jaar dat de olie van deze ma-
chine op deze manier werd behandeld, en
werd gemonitord op reinheidsklasse, zag
voestalpine het vervuilingsniveau dras-
tisch naar beneden gaan en hiermee het
aantal storingen. Wat het aantal storin-
gen betreft ging het om 25 procent, maar
kijkend naar de kosten had het bedrijf te
maken met een daling van 55 procent.
Voldoende reden dus om ook de andere
machines uit te rusten met dieptefiltratie.
Condition monitoring
Door deze pilot groeide bij de onder-
houdsafdeling van voestalpine bovendien
het inzicht dat condition monitoring nog
veel meer voor het bedrijf zou kunnen be-
tekenen. Dit leidde in 2014 ondermeer tot
de inzet van een condition monitoring
systeem van OilSupport (OilMaster2) op
een filterwagen met een grote pomp en
systeemfilter. Deze pompwagen wordt in-
gezet bij calamiteiten zoals slangbreuk en
pompfalen of preventief bij verdenkingen.
Het monitoring systeem meet via senso-
ren de reinheid, de verzadiging met water
en de temperatuur van de olie. De data
zijn via een pc, tablet of smartphone
vanaf iedere locatie te benaderen. Op het
dashboard zijn de waarden live af te lezen
en trends te bekijken.
Omdat dit systeem nog steeds volledig
naar wens werkt, groeide de interesse
naar condition monitoring nog verder. Dit
leidde in februari 2017 tot de installatie
van de volgende generatie LubeMaster
(nr. 3) op de persen zelf. Het systeem werd
gemonteerd en aangesloten op de hy-
draulische installatie die zich bovenop de
persen bevindt. Deze monitoring unit is
ondermeer van groot belang voor de al-
lernieuwste pers die nog niet zo lang in
gebruik is en waar juist de eerder bespro-
ken nieuwe technieken en componenten
zijn toegepast. Daarbij richt het bedrijf
zich nu in eerste instantie vooral op deel-
tjestellingen in combinatie met dieptefil-
tratie. Hiermee wil voestalpine bij alle
machines eerst het reinheidsniveau op
peil en onder controle krijgen. De ver-
wachting is ondermeer de levensduur van
de olie – die nu op zeven jaar staat – mi-
nimaal te kunnen verdubbelen. De moeite
waard dus gezien de hoeveelheid hydrau-
lische olie die wordt ingezet. Daarna gaat
het bedrijf verder kijken naar overige mo-
gelijkheden van condition monitoring.
LubeMaster 3
Hulshof is onder de indruk van de stappen
die voestalpine heeft gezet: “Het bedrijf
De cartridgekleppen in dit moderne kleppenblok zijn gevoeliger
voor vervuilde olie dan de oude kleppen. Monitoring en een goede
filtratie zijn hier dus nog belangrijker.
14-15-16-17_oilsupportvoestalpine.indd 16 13-04-17 13:34