Pagina 18 van: Aandrijftechniek – nummer 2 – 2023

AANDRIJFTECHNIEK | april 202318
De doeltreffendheid van het nieuwe type kabel werd bevestigd in de testopstelling bij projectpartner SEW-
Eurodrive in het kader van het PEPA-project
stig van een storingsbron. Enerzijds kan dit technische appara-
tuur zijn die een grote stroom draagt, zoals een lasrobot of een
frequentiegeregelde aandrijflijn. Maar het kan ook een natuurlijke
storing zijn, zoals blikseminslag of ESD-ontladingen. Voor een
correct EMC-ontwerp is het van belang dat storingsbronnen een
bepaald storingsniveau niet overschrijden. De storingsbron wordt
tegengewerkt door een gestoord apparaat. Dit apparaat kan
bijvoorbeeld een sensor of een datatransmissieverbinding zijn.
Gestoorde apparaten moeten een zekere weerstand hebben tegen
externe storingen om geen storingen te veroorzaken wanneer
EMS zich voordoet. Het kan voorkomen dat zowel stoorbronnen
als storingen kunnen voorkomen in een apparaat en op elkaar
kunnen inwerken. Het apparaat zelf moet daarom een zekere
inherente immuniteit voor storingen hebben.
Vier soorten overdracht
Het traject van de koppeling tussen de bron en de afnemer
draagt de storing over, waarbij een onderscheid wordt gemaakt
tussen vier verschillende soorten overdracht: galvanisch, capa-
citief, inductief en via straling.
• Galvanische koppeling: Storingsbron en storingsafnemer zijn
fysiek met elkaar verbonden, bijvoorbeeld door een gemeen-
schappelijke aardleiding. Een stoorstroom via de aardleiding
veroorzaakt elektromagnetische interferentie.
• Capacitieve koppeling: Storingsbron en storingsafnemer liggen
dicht bij elkaar, maar zijn niet fysiek met elkaar verbonden.
Bij capacitieve koppeling wordt de EMS veroorzaakt door het
elektrische veld, bijvoorbeeld door schakelhandelingen.
• Inductieve koppeling: Bij inductieve koppeling staan de sto-
ringsbron en de storingsafnemer ook dicht bij elkaar, maar zijn
ze niet verbonden. De storing wordt hier veroorzaakt door het
magnetisch veld als gevolg van de stroom.
• Stralingskoppeling: Stralingskoppeling treedt meestal op
wanneer de storingsbron en de storingsafnemer ver van
elkaar verwijderd zijn en een antenne-effect hebben. Typische
stoorzenders kunnen echter ook radiobanden zijn, zoals
DECT-telefonie.
In de praktijk komen de vier koppelingsmechanismen vaak in
gemengde vorm voor.
Afscherming afzonderlijke kabels
De uitdaging voor LAPP bestaat erin kabels zodanig te ont-
werpen dat zij niet bijdragen tot elektromagnetische interfe-
rentie, dat wil zeggen dat zij geen EMS opvangen of uitzenden.
Een voorbeeld: een datakabel moet worden beschermd tegen
externe interferentie – dus een hoge immuniteit voor externe
interferentie is belangrijk. Daarom wordt de gegevensoverdracht
beschermd met een uitgebreide afscherming. Deze bestaat uit
een koperen afscherming die magnetische koppeling voorkomt
en een metalen folie die beschermt tegen elektrische velden.
Maar ook de afzonderlijke gegevensparen in de kabel, die
elkaar kunnen beïnvloeden, moeten van elkaar worden afge-
schermd. Bovendien zijn de datageleiders van een datagelei-
derspaar getwist. Dit voorkomt magnetische koppelingen die
anders de gegevenskwaliteit zouden kunnen beïnvloeden. Een
servokabel moet echter een lage emissiegraad hebben en vol-
doende afgeschermd zijn – maar dan wel van binnen naar buiten.
Er zijn ook talrijke LAPP-productoplossingen voor het aarden van
machines met lage impedantie en voor het snel en betrouwbaar
afvoeren van mogelijke stoorstromen zonder dat deze parasitaire
stromen andere delen van het systeem negatief beïnvloeden.
Kabelontwerp heroverwogen
LAPP heeft zojuist in het kader van het onderzoeksproject
‘PEPA’ van het federale ministerie van Economische Zaken en
Dr. Susanne Krichel, manager Innovation & Advanced Technology
bij LAPP
16-17-18-19-20_lappzerocm.indd 18 24-03-2023 14:02