Pagina 25 van: Aandrijftechniek – nummer 2 – 2018

MAART 2018 AT AANDRIJFTECHNIEK www.AT-aandrijftechniek.nl 25
TECHNIEK Robotica
ton en papier dat biologisch snel afbreek-
baar is. Omdat er nog niet veel ervaring is
met de productie van deze materialen
hebben we te maken met zeer wisselende
kwaliteiten. Qua oppervlakte, qua lucht-
doorlaatbaarheid. Allemaal factoren die
een grote impact hebben op de grijp-
oplossingen die werken op basis van va-
cuüm. Het wordt als machinebouwer dan
heel lastig om garanties af te geven. Daar-
naast zie je verpakkingen continu veran-
deren. Wanneer je een kant-en-klaar
maaltijd koopt bij de AH to go, dan is de
verpakking zodanig dat er een volledige
maaltijd in past maar ook dat hij na af-
loop eenvoudig te ‘demonteren’ is om
vervolgens de materialen gescheiden te
kunnen afvoeren. Prachtige producten,
maar vergeet niet welke processen hier-
aan in de productiefase en de bijbeho-
rende engineeringfase vooraf zijn ge-
gaan.”
Bionic Learning
Voor het ontwikkelen van nieuwe grijpers
maakt Festo veelvuldig gebruik van de on-
derzoeksresultaten afkomstig van het
Bionic Learning Network in Duitsland. In
dit ‘proeflab’ netwerk wordt al jarenlang
onderzoek gedaan naar oplossingen die
de natuur heeft ontwikkeld om zo effi-
ciënt mogelijk te functioneren. Ook kijkt
dit expertisecentrum naar miniaturise-
ring, de manier waarop de natuur zich
kan aanpassen (adaptie) en hoe de na-
tuurlijke elementen communiceren en
netwerken. Bastiaansen: “Vervolgens is
het de kunst om deze principes te verta-
len naar technische oplossingen die net
zo efficiënt, flexibel of doeltreffend wer-
ken. Dit heeft op het vlak van grijpers in-
middels geleid tot onder meer de Adap-
tieve DHAS grijper met ‘Fin Ray’ effect
waarbij de vin van een vis als uitgangs-
punt is gekozen. Hierdoor buigt deze grij-
pervinger zich automatisch om een pro-
duct wanneer dit product tegen de bin-
nenkant aanduwt. Daarnaast hebben we
de FlexShapeGripper ontwikkeld die geba-
seerd is op de werking van een kameleon-
tong. Het is de moeite waard om het film-
pje op YouTube op te zoeken om de wer-
king hiervan te zien. Tevens is een
NanoForceGripper ontwikkeld die met
extreem lage krachten kleine onderdelen
kan verplaatsen én een gripper die juist
zeer krachtig kan klemmen door de wer-
king te baseren op het principe van een
ravensnavel.”
Menselijke trekjes
De meest recente ontwikkeling op grijper-
gebied is de OctopusGripper waarbij de
tentakels van een octopus zijn nagebootst
om op een flexibele, natuurlijke manier
uiteenlopende producten veilig en be-
trouwbaar op te pakken. Bastiaansen:
“Natuurlijk kennen we allemaal de wer-
king van één of meer zuignappen om pro-
ducten te verplaatsen. In het geval van de
OctopusGripper hebben we echter de
kennis die we hebben opgedaan bij de
octopus zelf gecombineerd met de bijna
twintig jaar geleden ontwikkelde techniek
van de spiercilinder. Een principe dat toen
zijn tijd waarschijnlijk ver vooruit was, en
nu een solide en bewezen basis vormt
voor het realiseren van natuurlijke bewe-
gingen. Er zijn soms geluiden uit het veld
dat het Bionic Learning Network voor
Festo ‘Spielerei’ is. De oplossingen die op
basis van deze onderzoeken inmiddels het
daglicht hebben gezien, bewijzen echter
het tegendeel en passen ook heel goed
bij de ontwikkelingen op onder meer het
vlak van robotica. Ook hier zien we im-
mers dat deze machines steeds ‘meer
menselijke’ trekjes gaan vertonen; vloei-
ende en natuurlijke bewegingen – die de
spiercilinder kan maken – horen daar ook
bij.”
Roy Bours, werkzaam bij de afdeling pro-
duct marketing van Festo vult aan: “Deze
kennis is eveneens verwerkt in onze ‘Bio-
nic Cobot’; een luchtgestuurde, lichtge-
wicht robot met een dynamiek die aan
menselijke bewegingen doet denken.
Deze eerste pneumatische cobot ter we-
reld is een behoorlijk grote stap die volgt
op onze lineaire en cartesiaanse robots en
daarna onze geavanceerde servopneuma-
tische oplossingen. Een oplossing die niet
alleen traditionele robottaken kan uitvoe-
ren maar expliciet geschikt is voor samen-
werking met mensen. Uitgaande van een
specifieke toegelaten impact of impuls die
een mens mag ontvangen wanneer hij in
aanraking komt met de robot, betekent
een lager gewicht automatisch dat deze
robot met hogere snelheden mag bewe-
gen. Daarnaast is de stijfheid van deze
cobot instelbaar. Dat is wat ‘inspireren
door de natuur’ ons inmiddels heeft op-
geleverd.”
Fieldlab voor robotica
De vijfde spreker van de middag was Jaimy Siebel van RoboVal-
ley. Hij vertelde over de mogelijkheden van het RoboHouse dat
in 2018 opent. Het gaat hier om een Smart Industry fieldlab voor
geavanceerde cognitieve robotapplicaties. Binnen dit fieldlab,
dat gevestigd is op de campus van de TU Delft, werken verschil-
lende partners samen om productiebedrijven en andere innova-
tieve organisaties de mogelijkheid te geven om te ontdekken wat
er met robotica mogelijk is. Daarbij faciliteert de organisatie in
ruimte, hard- en software om tevens de mogelijkheid een eigen
applicatie te ontwikkelen en te testen. Partners van het fieldlab
zijn Festo, ABB, TU Delft, TNO, RoboValley, Innovation Quarter,
Exact en de Haagse Hogeschool.
Het RoboHouse op de campus van de TU Delft biedt organisa-
ties de mogelijkheid om te experimenteren en te ontwikkelen
met robots (foto: TU Delft).
De IRB 14000 YuMi
van ABB is een col-
laboratieve, twee-
armige robot die
kleine onderdelen
kan assembleren en
hiervoor beschikt
over onder meer
flexibele handen,
producttoevoer-
systemen en vision-
oplossingen voor
onderdelendetectie.
23-24-25_robotica.indd 25 12-03-18 10:05