Pagina 42 van: Aandrijftechniek – nummer 2 – 2017

www.AT-aandrijftechniek.nl maart 2017 AT AANDRIJFTECHNIEK42
Fysiek meten aan een
industrieel netwerk
Elk systeem is zo zwak als de zwakste schakel en dat geldt zeker voor
systemen in een netwerkarchitectuur. Problemen binnen het netwerk kunnen
ontstaan in een of meerdere deelnemers, maar ook in de verbindingen of de
kabels. Het zoeken naar een fout in de installatie gaat vaak gepaard met de
nodige frustraties. Goede testapparatuur is in het algemeen kostbaar en niet
altijd direct beschikbaar. Daarom is het vaak ‘trial and error’ bij het opsporen.
Eigenlijk min of meer bij toeval werd een nieuw systeem ontdekt, dat in CaN-
bus-systemen de problemen kan lokaliseren en ook nog betaalbaar is.
[tekst] Kees Zagers
storingen op het netwerk op te vangen,
zorgt ervoor dat er weinig vertraging op-
treedt bij sporadische incidenten.
Maar zoals altijd kleven er ook nadelen
aan deze manier van communiceren.
Omdat binnen dit principe elke deelne-
mer autonoom probeert een geconsta-
teerde fout te herstellen, is er niemand
die uiteindelijk kan nagaan waardoor een
probleem veroorzaakt wordt. Om een
deelnemer niet het hele netwerk te laten
platleggen, wordt na een aantal inciden-
ten een deelnemer uitgeschakeld, maar
daarmee is het eigenlijke probleem na-
tuurlijk niet verholpen. Is het een slechte
verbinding op het netwerk of in de deel-
nemer? Of is het een echte defecte unit?
Of zijn het toch EMC-invloeden van bui-
tenaf? Dit is moeilijk te achterhalen in een
systeem waarin geen enkele deelnemer
de daadwerkelijke supervisie heeft. Het
feit, dat de hardware in principe automa-
tisch probeert de fout te herstellen, helpt
hierbij ook niet echt. Maar ja, het is lo-
gisch dat we ons voertuig door willen
laten rijden als er door EMC- of ESD-in-
vloeden af en toe een bericht verminkt
wordt.
analyseapparatuur
De gebruikers van het eerste uur van dit
soort netwerken moesten zich nog behel-
pen met universeelmeters en oscillosco-
pen. Al vrij snel kwam een aantal Duitse
fabrikanten met insteekkaarten voor de
pc, waarmee een analyse gedaan kon
worden. Tegenwoordig is daar natuurlijk
randapparatuur op USB-basis voor in de
plaats gekomen. Sinds 2000 zijn de inter-
faces vaak uitgerust met een SJA1000
CAN-controller, omdat deze extra testfaci-
liteiten heeft. Zo kan men ook op fysiek
niveau extra informatie krijgen uit deze
controller, zoals het uitlezen of – en met
wat goede wil ook hoeveel en waar – fou-
ten optreden. Op basis van deze control-
ler hebben we in het verleden met eigen
aangepaste software de nodige CAN-pro-
blemen weten te achterhalen en op te los-
sen. Omdat hij echter ook als een traditi-
onele CAN-controller functioneert, corri-
geert hij het foutieve bericht automatisch
en blijft het lastig om te zien waar het
echte fysieke probleem zit.
Daarom hebben we de afgelopen jaren
ook vaak een specifieke CAN-tester van de
Duitse firma Gemac ingezet. Deze is niet
uitgerust met een eigen CAN-controller,
maar meet flanken en niveaus met een
snelle analoog-digitaal omzetter. De lo-
kale processor maakt hier weer een echt
Een van de belangrijkste eigenschappen van CANbus is dat men op basis van
het toegepaste ‘producer-consumer’-prin-
cipe zeer efficiënt kan communiceren. Dit
is met name ideaal in embedded toepas-
singen binnen allerlei voertuigen, machi-
nes en andere apparaten. Het principe om
binnen de CAN-hardware alle mogelijke
CANbus-analyses van een bericht met behulp van een Gemac CBT-2 tester (foto: Gemac).
42-43-44_netwerkmeten.indd 42 13-03-17 16:19