Pagina 36 van: Aandrijftechniek – nummer 2 – 2017

www.AT-aandrijftechniek.nl maart 2017 AT AANDRIJFTECHNIEK36
werkt denk ik niet alleen bij kinderen,
zoals in het voorbeeld dat Bennie Mols
geeft. Ik zie hier mogelijkheden voor
mensen met dementie, al ben ik nog niet
helemaal overtuigd.” Volgens Müller is
dat volstrekt normaal. “We gebruiken al
eeuwen pen en papier om aantekeningen
te maken en ook al vele jaren computers
om kennis op te slaan. Daar zijn we vol-
ledig aan gewend. Ik denk dat robots daar
naadloos bij passen.”
Waterdichte controle
Een andere toepassing is het rondbren-
gen van eten, drinken en medicijnen.
Technisch zou het geen probleem zijn om
de juiste maaltijd of medicatie bij de juiste
patiënt te brengen. Voor maaltijden zien
de zorgexperts nog wel een praktische
toepassing. Bleaden wijst de distributie
van medicijnen echter categorisch af. “Ik
weet uit mijn tijd als verpleger hoe moei-
lijk het kan zijn om een patiënt op het
juiste moment de goede pillen te laten
slikken. Dat kun je niet aan een robot
overlaten. Er moet op dit vlak waterdichte
controle zijn.”
aanraakrobot doet het al redelijk
Aanraken is een belangrijk onderdeel van de non-verbale communicatie tussen
mensen. Robots presteren op dit terrein echter nog niet al te best. Naarmate
robots meer onder de mensen komen, kan aanraken tussen mens en robot in
principe vaak voorkomen. Zeker natuurlijk in de zorg. Bij het onderzoeksinsti-
tuut CTIT van de Universiteit Twente doet Merel Jung onderzoek naar sociale
aanraking en robots. Om een robot op de juiste manier op een aanraking te
kunnen laten reageren onderscheidt ze vier stappen. De robot moet de aan-
raking eerst waarnemen vervolgens kunnen herkennen en interpreteren. De
vierde fase is het reageren op de juiste manier. Jung richt zich nu op de eerste
twee fases, te weten waarnemen en herkennen. Met een relatief simpele
testopstelling, in de vorm van een paspoparm met 64 druksensoren, slaagde
ze er in om 60 procent van bijna achtduizend aanrakingen te onderscheiden,
verdeeld over veertien soorten aanrakingen in drie intensiteiten.
Dat percentage lijkt niet hoog, maar is toch opmerkelijk, als we beseffen dat
elke vorm van sociale context ontbrak en dat diverse soorten aanraking erg
op elkaar lijken. Denk bijvoorbeeld aan het verschil tussen grijpen en knijpen,
of tussen hard aaien en zacht wrijven. Daar komt bij dat de proefpersonen
die de paspoparm moesten aanraken geen instructie kregen hoe ze hun
aanraking moesten uitvoeren en het computersysteem niet op de aanraking
van individuele proefpersonen kon oefenen. Onder vergelijkbare omstan-
digheden zou de mens ook lang niet alle aanrakingen kunnen herkennen.
In vervolgonderzoek richt Jung zich de vraag op hoe robots aanraking kun-
nen interpreten binnen een sociale context. De verwachting is dat de robot
door het interpreteren van de context beter in staat zal zijn om op een juiste
manier op aanraking te reageren. Dan komt een capabele aanraakrobot een
stap dichterbij.
Hoe robots in de zorg gebruikt moeten
worden, is nog lang niet duidelijk. Dat is
begrijpelijk, omdat zowel de techniek als
de opvattingen over het gebruik volop in
ontwikkeling zijn. Dat patiënten en zor-
ginstellingen baat kunnen hebben bij ro-
bots, is zonneklaar. Robotdieren als Justo-
cat en Paro laten dat al dagelijks zien. Op
termijn kunnen robots mogelijk het per-
soneelstekort in deze sector tegengaan,
door het overnemen van simpele taken.
Belangrijk is het volgens Vincent Müller
om voor ogen te houden dat robots voor
de meeste taken waarschijnlijk makkelijk
geaccepteerd worden. “Dat gaat mis-
schien wel beter, dan we vaak geneigd
zijn te denken. Het is goed om te beden-
ken dat we al heel veel robottechnologie
gebruiken. Neem de zelf inparkerende
auto. Die vinden we al volstrekt gewoon.”
Een robothand kan mensen in de zorg de kracht geven, die ze zelf niet meer hebben (foto: Roessingh Research &
Development).
Robots kunnen wel eten en drinken rondbrengen (foto: Fraunhofer IFF).
34-35-36_zorgrobots.indd 36 13-03-17 16:18