Pagina 35 van: Aandrijftechniek – nummer 2 – 2017

tECHNIEK Robotica
www.AT-aandrijftechniek.nlmaart 2017 AT AANDRIJFTECHNIEK 35
schonen en hulp bij toiletbezoek. Dit
maakt de klassieke vraag relevant, die al-
tijd weer terugkomt. Namelijk in hoeverre
we deze nieuwe technologieën moeten
toepassen en in welke. Aimee van Wyns-
berghe, wetenschappelijk medewerker
ethiek en robotica aan de Universiteit
Twente, benadrukt dat de ethische aspec-
ten zorgvuldig moeten worden gewogen.
“Het gevaar is dat we ons teveel richten
op wat technisch mogelijk is en dat we
menselijke aspecten uit het oog verliezen.
We kunnen met robottechnologie mak-
kelijk installaties maken, die een patiënt
in en uit bed kunnen tillen, zonder dat er
een mens aan te pas komt. Een andere
optie is om een verpleegkundige met een
exoskelet uit te rusten. Dan is het tillen
veel minder zwaar, maar er is wel sprake
van menselijk contact tussen de ver-
pleegde en de verplegende.”
We mogen volgens Van Wynsberghe niet
vergeten dat we in de zorg te maken heb-
ben met kwetsbare mensen. Niet alleen
fysiek door een ziekte of operatie, maar
ook geestelijk. Ziekte en het verblijf in een
ziekenhuis hebben immers onmiskenbaar
ook een effect op het geestelijk welbevin-
den van patiënten.
Surrogaat mens?
Ook Bennie Mols kijkt kritisch naar de so-
ciale aspecten van robottechnologie. Hij is
een journalist die veel heeft geschreven
over kunstmatige intelligentie en robots.
“Veel klachten van ouderen in de zorg
hebben betrekking op het gebrek aan
aandacht. Kunnen robots hierin voorzien?
Is een surrogaat voor een mens in de
vorm van een robot goed genoeg? Ik
denk van niet. Robots zijn toch vooral
technische instrumenten. Ik zie niet dat
robots op afzienbare termijn sociale en
emotionele vaardigheden hebben, die
ook maar in de buurt komen van die van
mensen. Dat beperkt de inzet van robots
in de zorg tot specifieke gebieden.” Hier
lijkt sprake te zijn van een nieuwe arbeids-
deling in wording. De sociale aspecten
van de zorg zijn hierin voorbehouden aan
mensen. Robots kunnen hierbij hoogstens
een ondersteunende functie hebben, bij-
voorbeeld op het vlak van communicatie.
Zo zijn er zelfrijdende robots die voorzien
zijn van een beeldscherm, camera en mi-
crofoon. Die zouden op afdelingen naar
patiënten kunnen rijden en als verbinding
kunnen dienen tussen patiënt en verple-
ging. En dan, in de visie van Van Wyns-
berghe en Mols, niet als vervanging van
menselijk contact, maar als aanvulling.
Besparen op taken
Wel kunnen veel technische aspecten van
zorg worden toebedeeld aan robots.
Denk dan aan schoonmaken en oprui-
men. Daar ziet Vincent Müller, hoogleraar
filosofie en ethiek aan de universiteiten
van Leeds en Thessaloniki, goede moge-
lijkheden. “Vergeet niet dat veel werk in
de zorg niet met mensen is of niet per se
door mensen hoeft te worden gedaan.
Schoonmaken is daar één van, maar je
kunt ook denken aan robots die bedden
naar de juiste plaats brengen.” Müller ver-
volgt: “Juist in landen of functies waar een
tekort aan zorgpersoneel is, kan de robot
prima toegepast worden. Enerzijds zijn
robots goedkoper dan mensen. Daardoor
kan bespaard worden op taken waar een
mens niet nodig is. Anderzijds komen er
op deze manier meer medewerkers voor
taken die je juist wel door een mens wilt
laten verrichten. Dat is vooral waar men-
selijke interactie belangrijk is.”
Drempel lager
Interessant in dit kader is de constatering
dat de interactie tussen patiënt en robot
soms betere resultaten oplevert dan een
menselijke interactie. Mols wijst op het
voorbeeld van robots die worden gebruikt
bij de behandeling van kinderen met dia-
betes. “Daar is gebleken dat kinderen zich
tegen een robot eerlijker uiten dan tegen
een arts of verpleegkundige. Blijkbaar is
de drempel om bepaalde dingen tegen
een robot te zeggen lager. Dat geldt zeker
als de robot zich met beeld en geluid uit
op een manier die kinderen aanspreekt.”
Andy Bleaden ziet ook mogelijkheden als
het gaat om het vastleggen en onthouden
van herinneringen. Bleaden werkt als ex-
pert op het gebied van ICT in de zorg, on-
dermeer voor de Europese Unie. “Dat 4
De robotzeehond Paro reageert op aanraken en oppakken, maar ook op licht en geluid
(foto: Paro Robots).
Schoonmaken kun-
nen we gemakkelijk
aan robots overla-
ten (foto: Fraunho-
fer IFF).
34-35-36_zorgrobots.indd 35 13-03-17 16:17