Pagina 25 van: Aandrijftechniek – nummer 2 – 2017

tECHNIEK Interview
www.AT-aandrijftechniek.nlmaart 2017 AT AANDRIJFTECHNIEK 25
Met jaarlijks dertienduizend volwas-sen cursisten die veelal op kosten
van een van de 6500 werkgevers een tech-
nische opleiding volgen, is ROVC de
grootste particuliere technische opleider
in Nederland. 47 jaar geleden begonnen
met cursussen aandrijftechniek, is de ma-
chinebouw een van de grootste klanten,
maar ook tal van andere sectoren, van
scheepsbouw tot papierindustrie, leveren
mensen aan. Vanuit het hele land komen
de deelnemers naar een van de verschil-
lende locaties in Nederland of naar de
hoofdvestiging in Ede. Daar worden ze in
een paar dagen tot drie jaar bijgeschoold
door zo’n 350 docenten uit het bedrijfsle-
ven. In de praktijkruimte van 3000 m³ in
Ede staan allerhande aandrijvingen, scha-
kelpanelen, hydraulische, pneumatische
en besturingssystemen, waarop ze kun-
nen oefenen. En wat belangrijker is: fou-
ten kunnen maken.
Overlap
“Het grote voordeel van een particulier
opleidingsinstituut is dat je meer vrijheid
hebt om voortdurend de cursussen te ver-
nieuwen en toe te spitsen op de behoefte
van bedrijven,” stelt Roel Greutink, busi-
ness developer bij ROVC. “Vaak stuurt een
bedrijf maar één werknemer, dus die
moet dan wel precies leren waar zijn
werkgever behoefte aan heeft. Niet meer
en niet minder.” Omdat er veel overlap zit
in de apparatuur die de maakindustrie ge-
bruikt, hoeft niet voor elk bedrijf een spe-
ciaal oefenareaal te worden aangeschaft:
een lift vertoont overeenkomsten met een
inpakmachine en een scheepswerktuig-
bouwkundige doet vergelijkbaar werk als
een servicemonteur bij een drankprodu-
cent. “We bootsen de werkzaamheden bij
een bedrijf na.”
Belangrijkste storingen
Alle bedrijven in de industrie willen een
hogere productiviteit, minder onderhoud,
meer kwaliteit, een lager energiegebruik,
meer duurzaamheid en minder afval. Dat
heeft gevolgen voor de werkzaamheden.
“Bij de opzet van een cursus beginnen we
aan de achterkant: met een nulmeting
van de huidige situatie om zo te komen
tot de gewenste situatie. Een van mijn fa-
voriete vragen is: ‘Wat zijn de tien belang-
rijkste storingen? Wat zijn de oorzaken,
hoe lossen jullie die op en hoe zou je ze
kunnen voorkomen?’ Als je dat lukt, ben
je een heel eind. Daarop spitsen we de
cursus toe.” Daar wordt ROVC ook op af-
gerekend. “We spreken van tevoren altijd
over wat het concrete effect van de cursus
moet zijn op het functioneren van de me-
dewerkers.”
Breed opgeleid
Omdat Greutink regelmatig bij bedrijven
over de vloer komt, heeft hij een goed
beeld van de ontwikkelingen in de bedrij-
ven en de gevolgen die dat heeft voor de
werknemers. De belangrijkste trend die
hij signaleert is dat voor de bediening van
de machines steeds meer vraag is naar
breed opgeleide technici in plaats van
operators. Dat heeft alles te maken met
de automatisering en de toenemende in-
tegratie van (intelligente) technieken. De
taak van de operator beperkt zich steeds
meer tot het selecteren van de receptuur
en het toezicht of de machine zijn werk
doet en maximaal presteert. “Totdat het
mis gaat,” zegt Greutink. “Dan is het alle
hens aan dek, want een machine die in
storing gaat, kost handen vol geld. Een
operator is onvoldoende opgeleid om
deze storing te verhelpen, laat staan te
voorkomen. Een technicus die zowel ver-
stand heeft van aandrijving en hydraulica
als van elektronica en besturingssyste-
men, is dan van onschatbare waarde. Een
mbo-3 technicus wacht niet af tot de boel
is vastgelopen. Hij kan beter inschatten
waar het probleem zit en, beter nog, ziet
het aankomen en grijpt tijdig in.”
tD verdwijnt
Wat daaruit voortvloeit, is dat de rol van
de technische dienst naar de achtergrond
verschuift. Wanneer allround technici de
machines bedienen, hoeft er geen aparte
technische dienst te zijn, redeneren be-
drijven. “Het aantal mensen in de techni-
sche dienst is naar schatting nog maar
een kwart van twintig jaar geleden,” stelt
Greutink. “Bij sommige grote productie-
bedrijven is de technische dienst al hele-
maal verdwenen. De technicus aan de
machines zorgt dat de machine blijft
draaien en service en onderhoud komen
bij de machinebouwer terecht.”
Greutink ziet het belang van service en
onderhoud toenemen. Natuurlijk bouwt
de industrie nog nieuwe machines en in-
stallaties, maar die worden steeds com-
plexer en worden vaak als kant-en-klare
modules geleverd. Eenmaal geïnstalleerd,
houdt het werk niet op. “Het meeste geld
gaat om in het gebruik van machines en
installaties. Die machines moeten blijven
draaien. Een lift is tegenwoordig praktisch
Plug & Play. Maar in Nederland staan wel
zo’n 55.000 liften die moeten blijven wer-
“De technische dienst
zal verdwijnen”
4
4
Roel Greutink, business developer bij ROVC:
“Technische mensen leren nu eenmaal het
meeste door te doen. Dat motiveert. Je
moet het leuk maken.”
Cursisten in het
ROVC-practicum
tijdens de cursus
Maintenance.
Een cursist aan het werk tijdens de cursus Besturingstechniek.
24-25-26_rovcinterview.indd 25 13-03-17 16:16