Het inregelen en
dimensioneren van
de aandrijving doet
Lantech graag samen
met Nidec om zo
het optimale uit de
frequentieregelaars zelf
te halen
In Malden zit het competence center en vindt ook de productie plaats van machines voor het dozen opzetten, dozen sluiten, trays opzetten
en deksels opzetten (FOTO: LANTECH)
Unidrive SP naar de Control Techniques Digitax HD en van de oude
generatie Unidrive M300 naar de nieuwe Commander C. Ondanks
het feit dat de Commander C eigenlijk alleen maar een nieuwe
naam en looks heeft, wilde Lantech deze frequentieregelaar toch
testen om te zien of de prestaties nog steeds hetzelfde waren. Ja,
dan kom je wat vaker over de vloer.”
Servo-achtige prestaties
Per machine worden er gemiddeld twee tot drie frequentie-
regelaars toegepast. Deze sturen draaistroommotoren aan voor
de verschillende functies in de diverse machines. “Waarbij we in
staat zijn om met een gewone frequentieregelaar servo-achtige
prestaties te genereren,” legt Wilbers uit. “We willen niet te snel de
overstap maken naar een echte servo-aandrijving. Enerzijds omdat
31
>
15
we dan over bepaalde specifieke knowhow moeten beschikken,
die we in mijn team wel hebben overigens, maar vooral omdat
we 22 machines per week bouwen en je niet bij elke machine een
engineer wilt hebben staan om de aandrijving in te regelen en af
te stellen. Kijk, een frequentieregelaar werkt nu eenmaal zo, je
zet er wat parameters in en hij doet wat hij moet doen.” Kok vult
hem aan: “Ook in het veld biedt dat voordelen bij het onderhoud
van machines. Dan blijkt dat een frequentieregelaar die een draai-
stroommotor aandrijft veel eenvoudiger is in vergelijking met een
servo-aandrijving. Een ander voordeel is dat de producten van
Control Techniques wereldwijd verkrijgbaar zijn.”
“Dat is ook een voorwaarde van ons, we willen zaken doen
met een partij die componenten levert die wereldwijd verkrijgbaar
zijn,” aldus Wilbers. “We willen onze klanten niet dwingen om altijd
12-13-14-15-16_lantechnidec.indd 15 03-02-20 14:00