Pagina 14 van: Aandrijftechniek – nummer 1 – 2018

www.AT-aandrijftechniek.nl FEBRUARI 2018 AT AANDRIJFTECHNIEK14
veranderen zonder het totaal te verstoren.
Nu de link naar de IT en de communicatie
steeds belangrijker wordt, zie je dat LD
volledig strandt omdat het niet goed on-
derhoudbaar is.”
“In deze tijd van Industrie 4.0, Industrial
Internet of Things en IT & OT (information
and operations technologie), moeten we
anders gaan denken en met andere tools
programmeren. Hier ligt Europa duidelijk
voor en daarom wordt PLCopen vaak ge-
zien als een Europese standaard. Dat is
het niet, het is een wereldwijde stan-
daard.”
In de derde editie van IEC 61131 is object-
oriëntatie opgenomen en daarmee ont-
staat een goede aansluiting met de IT-
wereld. Met object-oriëntatie willen we
een betere aansluiting hebben tussen wat
jong volwassenen op school leren en wat
ze in de praktijk tegenkomen. Het is moei-
lijk om software-engineers voor indus-
triële besturingen te krijgen. De jonge
generatie maakt liever apps en games.
We moeten het de jeugd niet moeilijker
maken door ze een andere programmeer-
taal voor te schotelen. Dan gaan we het
als industrie niet redden en we hebben ze
heel, heel hard nodig. Dát was hoofd-
reden dat we object-oriëntatie hebben
toegevoegd. Met de samenwerking met
de OPC Foundation en met technologie
als OPC UA is het heel duidelijk dat we dat
willen.”
Opleidingen
Nu we het daar toch over hebben: hoe is
het gesteld met opleiding en training?
Wat weten en wat kunnen de leraren?
Welk onderricht kunnen ze geven en met
welke tools doen ze dat? Van der Wal:
“Het gaat vooral om de kennis. In China is
echt een opleidingsprogramma voor lera-
ren nodig om programmeurs en engi-
neers een bepaald niveau te laten halen.
Dat is in Europa minder urgent. Een leraar
die altijd LD, SFC en FB heeft gedoceerd,
moet nu ineens les gaan geven in object-
oriëntatie. Veel docenten hebben de ba-
siskennis daarvoor in hun eigen opleiding
niet meegekregen. Daarnaast zie je dat de
grote softwarespelers gemakkelijker aan
programmeurs komen dan bedrijven die
in de industriële automatisering werk-
zaam zijn. Steeds meer functionaliteit ver-
schuift van mechanica naar software. Om
dat te kunnen doen, hebben we steeds
meer programmeurs nodig. En die zijn er
niet in Nederland, niet in Europa, niet in
Amerika, niet in China.”
PLCopen geeft zelf geen trainingen en op-
leidingen. Dat laat ze over aan het regu-
liere onderwijs, aan instituten voor ver-
volgonderwijs en aan de leden. “We pro-
beren wel daar in te sturen en instellingen
aan basismateriaal te helpen. We hebben
bijvoorbeeld Coding Guidelines ontwik-
keld, die richting geven hoe mensen ge-
structureerd kunnen programmeren. We
zijn nu bezig om de training in Sequential
Function Charts beter te ondersteunen.
Ook voor Motion en Safety proberen we
richting te geven en onze leden te helpen
om dat over de bühne te krijgen.”
Verhoudingen
PLCopen en IEC 61131 zijn gericht op het
ontwikkelen en uitdragen van standaards.
Diverse softwarehuizen hebben deze ge-
heel of gedeeltelijk vertaald naar tools die
ze op de markt aanbieden. 3S-Smart Soft-
ware Solutions (Codesys) en KW Software
(inmiddels Phoenix Contact Software) zijn
daarvan in Nederland de bekendste. Hoe
liggen de onderliggende verhoudingen?
Van der Wal: “Deze twee softwarehuizen
zijn lid van PLCopen en zitten zelfs in de
Board. Maar daar zitten ook andere par-
tijen in, zodat we onafhankelijkheid kun-
nen garanderen. PLCopen is een vereni-
ging met één lid één stem: een kleine
aanbieder heeft dezelfde stem en invloed
als de marktleiders. Iedereen kan een
nieuw onderwerp aandragen of een
nieuwe werkgroep starten. Een aantal
leden van PLCopen en ook ikzelf zit in de
Technische Commissie die IEC 61131 ver-
der ontwikkelt. Bij de derde editie van
IEC 61131 over programmeertalen heeft
PLCopen vanaf de start een grote rol ge-
speeld.”
Wie verzet nu binnen PLCopen en IEC
61131 het meeste werk? “Dat is heel
divers. Motion is gestart door een grote
machinebouwer die steun zocht bij de
ontwikkeling. Safety is geïnitieerd door
een leverancier van besturingen die safety
op een goede manier wilde integreren.
XML voor de uitwisseling van data in de
engineering-omgeving is gestart door
een grote leverancier. De Coding Guideli-
nes zijn weer een initiatief van een kleine
leverancier.”
Hardware
De eerste PLC’s kwamen bijna vijftig jaar
geleden op de markt, met Modicon (thans
Schneider Electric) onder leiding van Dick
Morley als eerste. Dat waren grote appa-
raten die een naar hedendaagse begrip-
pen beperkt aantal instructies konden
verwerken. De traditionele PLC bestaat
nog steeds, maar veel hedendaagse be-
sturingen zijn eigenlijk computers met
multi-tasking real-time operating syste-
men. Van der Wal: “Ik heb het besturen
van machines en processen altijd als een
softwaretaak gezien, waarbij je meer
taken op één processor kunt laten
draaien. Dat kan een kleine LON-control-
ler in een gebouw zijn of een multi-core
processor die meerdere apparaten én de
communicatie kan aansturen. Maar ook
veel servo drives, frequentieregelaars en
embedded controllers kunnen logische
taken aan. Je ziet de opkomst van kleine
platforms als Arduino en Raspberry Pi, die
ver onder de 100 euro kosten. Ook daarop
kun je logische taken draaien, en de markt
vraagt daar ook om. De jonge generatie
kan er zich mee bekwamen in program-
meren en configureren.”
Deze Simatic S7-300 was een van de eerste modellen uit het Simatic S7-programma van Siemens. De hedendaagse
modellen lijken hier nog steeds op, bieden echter veel meer snelheid en functionaliteit dan dit type uit 1994
(foto: Siemens).
12-13-14-15_plcopen.indd 14 01-02-18 16:12