De industrieel en piloot Dr. Vijapat Singhania heeft met zijn heteluchtballon een nieuw wereldhoogterecord voor heteluchtballons gevestigd. Exact 21.290 meter hoogte bij levensgevaarlijke weersomstandigheden met een luchtdruk van 40 hPa en temperaturen van -60 °C (op de grond, bij de start en de landing: +38 °C in de schaduw). Bepalend voor het bereiken van deze enorme hoogte waren volgens de constructeur lichte en kunststof glijlagers van Igus uit Keulen.
Een traditionele heteluchtballon is aan de bovenzijde voorzien van een groot ventiel in de ballonstof. Dit parachuteventiel wordt door de piloot geopend doordat deze aan een touw trekt, waardoor de ballon daalt. Dit mechanisme is vanuit de drukcapsule te bedienen doordat twee handwielen aan weerszijden van de pilotenstoel zijn aangebracht. Deze zijn via een schacht – bevestigd met ‘iglidur’ kunststof glijlagers – verbonden met een trommel buiten de capsule. Door aan de handwielen te draaien, kon piloot Singhania het parachuteventiel openen en sluiten en zodoende de daalsnelheid van de ballon regelen. Een constante uitdaging, omdat het ballondoek ongeveer tienmaal zo groot was als dat van een normale passagiersballon – een van de grootste heteluchtballons die ooit werden vervaardigd.
Bovendien werden kunststof glijlagers van igus gebruikt voor de bedieningshendels van de hoofd- en noodluiken. Tot slot hebben de ‘iglidur’ lagers Elson, ontwikkelaar van de luchtballon, in staat gesteld om een lichtgewicht zittingonderbouw te construeren, die – ingebouwd met een paar gasbediende versterkingsstangen – bij de zware landing het grootste deel van de belasting zou kunnen opvangen. Hierdoor was er minder kans op letsel bij de piloot, die, hoewel het schokdempersysteem nog niet geactiveerd was, ook dan veilig zou kunnen landen.