Ga naar hoofdinhoud

Slim decors hijsen in Stadsschouwburg

De nieuwe Rabozaal van de Stadsschouwburg Amsterdam aan het Leidseplein en theater De Melkweg is uitgerust met de nieuwste, computergestuurde techno-logie voor het bewegen van de decorstukken. Basis is een compleet systeem van permanentmagneet servo-motoren en regelaars voor de lieren. Bovendien is rekening gehouden met het zo efficiënt mogelijk gebruiken van de remenergie van deze aandrijvingen.

Onder invloed van de arbeidsomstandighedenwetgeving hebben mecha-nisatie en later automatisering de handmatige bediening van decors en rekwisieten vervangen. Veel theaters hebben er voor gekozen de complete trekkenwand (het systeem met trekken, katrollen en aandrijvingen) te automatiseren. Ook Stadsschouwburg Amsterdam heeft gekozen voor automatisering van de uitgebreide trekkenwand van de nieuwe Rabozaal.

Op een afstand van 200 m heeft deze wand 77 trekroeden, elk opgehangen aan acht kabels die over katrollen worden bewogen met één hijslier. Aan elke trekroede kan een decorstuk van 500 kg worden gehangen over een hijshoogte van zo’n 19 m.

Techniek
De hijslier voor een trekroede – of SynchroDisk zoals ze worden genoemd door producent Trekwerk – bestaat uit een kabeltrommel die via een planetaire tandwielkast wordt aangedreven door een 11 kW permanent magneet borstelloze synchrone servomotor van Alpha Getriebebau. Boven op de SynchroDisk is een schakelpaneel gemonteerd met de regelaar en de benodigde extra elektronica.

Als regelaar wordt de Unidrive SP 2404 van Control Techniques toegepast in servo-mode, waardoor deze geschikt is voor het aansturen van synchrone AC servomotoren. Voor de punttrekken worden identieke 11 kW regelaars gebruikt, type Unidrive SP 2403, ook in servo mode. Alle regelaars hebben een geïntegreerde motion controller, waarmee meerdere complexe bewe-gingen tegelijk kunnen worden uitgevoerd. De programmatuur daarvoor is geschreven door Trekwerk.

Per changement worden delen van het (of het totale) decor opgehesen en gevierd. In gebruikelijke installaties kunnen circa twintig lieren gelijktijdig worden gebruikt. Trekwerk heeft echter gekozen voor een andere bena-dering, waardoor energie die vrijkomt tijdens het vieren van een last kan worden gebruikt voor het hijsen van andere lasten. Bovendien kunnen in deze opzet maximaal 35 lieren tegelijk worden bediend.

De basis voor de energievoorziening van alle lieren is een gemeenschap-pelijk gelijkspanning railsysteem. Door alle regelaars op het DC railsysteem aan te sluiten, is het mogelijk om regeneratieve energie uit te wisselen met motorische energie. Dit resulteert in een lager energieverbruik uit het net en een hogere beschikbaarheid van gelijktijdig werkende trekken in een changement. De mate van besparing hangt af van de belading van de trekken.

Het volledig artikel vindt u in het april-nummer van Aandrijftechniek.

x
Mis niet langer het laatste nieuws

Schrijf u nu in voor onze nieuwsbrief.

Inschrijven