De Schaeffler Groep, leverancier van LuK, INA en FAG, is tegenwoordig ook in het buitenaardse actief. De precisielagers die de robotarm van de marssonde Phoenix zijn bewegingsvrijheid verlenen, zijn geleverd door de Barden Corporation, onderdeel van de Schaeffler Groep in het Amerikaanse Danbury.
Phoenix heeft zijn bestemming bereikt na een reis van negen maanden en 667 miljoen kilometer en is op 26 mei 2008 veilig geland op de noordpool van Mars. Door communicatieproblemen ondervond het activeren van de robotarm enige vertraging. Maar toen het radiocontact op 28 mei was hersteld kwam de arm probleemloos in beweging.
Teken van leven
Sindsdien voert de 2,4 meter lange robotarm zijn taken succesvol uit en graaft in de bevroren poolgrond van de rode planeet. De bodemmonsters worden aan boord van de sonde geanalyseerd op aanwezigheid van water en mogelijke tekenen van leven op Mars. Nasa kondigde op 20 juni 2008 een belangrijke vondst aan. De onderzoekers zijn ervan overtuigd dat ze ijsklompjes ontdekt hebben in een door de robotarm opgegraven bodemmonster.
De marssonde Phoenix in de eindmontage bij het Jet Propulsion Laboratory in Pasadena, Californië (USA) (foto Schaeffler Groep)
De roestvast stalen superprecisiehoekcontactlagers hebben de lange reis door het heelal probleemloos doorstaan. Het Barden-team is ervan overtuigd dat ze de noodzakelijke flexibiliteit aan de robotarm zullen blijven bieden en de arm helpen om gedurende lange tijd te werken ondanks slechte omstandigheden zoals storm, stof, hitte en kou.
Gevoed door de zon
De voorgangers van Phoenix, Spirit en Opportunity, waren ook uitgerust met speciale lagers van Barden. Ze zijn ontworpen voor een gebruiksduur van 90 dagen, maar de sondes, robotarmen en lagers hebben de oorspronkelijke levensduurverwachting inmiddels meer dan vier jaar overschreden. Gevoed met energie uit zonnecellen speuren ze met de snelheid van een schildpad het marslandschap af en sturen hun wetenschappelijke data nog steeds naar de aarde.