Ga naar hoofdinhoud

Ontwikkeling van handprothesen staat ruim twintig jaar stil

De ontwikkeling van lichaamsbekrachtigde handprothesen staat al meer dan twintig jaar stil. Dat is de belangrijkste conclusie van een studie van onderzoekers van de TU Delft en de Rijksuniversiteit Groningen naar dit type prothesen. De studie verscheen 11 juni in het Amerikaanse Journal of Rehabilitation Research and Development.

In de studie, die is uitgevoerd door onderzoekers van de TU Delft en de Rijksuniversiteit Groningen, werd de benodigde bedieningskracht van een aantal hedendaagse lichaamsbekrachtigde handprothesen gemeten. De onderzoekers vergeleken de metingen met eerdere metingen uit 1987. De resultaten zijn opmerkelijk. De prothesen van nu scoorden vergelijkbaar of slechter dan die van 1987. De knijpkracht van de handen is onvoldoende en de benodigde bedieningskracht is erg hoog. Nog een opmerkelijk resultaat: een handprothese die in 1945 ontwikkeld is, scoort in de test zelfs beter dan de nieuwere prothesehanden.


De Sierra handprothese uit 1945 scoorde beter dan de nieuwere handen.
Het binnenwerk op de foto wordt bedekt met een cosmetische handschoen (foto: TU Delft)

Overbelasting van de gebruiker
Gerwin Smit, onderzoeker aan de TU Delft: “De studie biedt een mogelijke verklaring voor het feit dat ruim de helft van de mensen hun lichaamsbekrachtigde handprothese niet gebruikt of zelfs helemaal niet draagt. Daarnaast krijgt een gedeelte van de armprothesegebruikers na verloop van tijd overbelastingsklachten. Deze klachten zijn mogelijk het gevolg van een te hoge bedieningskracht.” Dit wordt momenteel verder onderzocht in Groningen en Delft.

Elektrisch alternatief?
Wereldwijd draagt ongeveer 30% van de prothesegebruikers een lichaamsbekrachtigde prothese. Bij een lichaamsbekrachtigde prothese wordt de prothese bediend door aan een kabeltje te trekken (vergelijkbaar met een remkabel van je fiets). Dit kabeltje zit aan een band die je om je tegenoverliggende schouder doet. Door subtiele bewegingen van de arm met de prothese en de tegenoverliggende schouder, spant de kabel aan en wordt de prothese geopend. Een andere veel gebruikte prothese is de elektrische prothese. Deze wordt wereldwijd door ongeveer 40% van de mensen gedragen. Daarnaast zijn er nog cosmetische prothesen.

De grote vraag die volgens de onderzoekers uit het onderzoek naar voren komt, is waarom er nauwelijks geïnvesteerd is in lichaamsbekrachtigde prothesen. Gerwin Smit: “Met de huidige technologie zouden de prothesen gemakkelijk verbeterd kunnen worden. Dit zou een aanzienlijke vooruitgang betekenen voor de prothesegebruiker. Wel zijn er de afgelopen decennia wereldwijd tientallen miljoenen geïnvesteerd in elektrische prothesen. Het prijsverschil tussen de typen prothesen is hier mogelijk van invloed. De verkoopprijs van een elektrische prothese is een factor 10 tot 100 maal hoger dan een lichaamsbekrachtigde prothese. Dit maakt het commercieel gezien interessanter om in elektrische prothesen te investeren. Ondanks de investeringen zijn elektrische prothesen langzamer en zwaarder dan lichaamsbekrachtigde prothesen.”

Nieuwe ontwikkelingen
Om de problemen van de prothesegebruiker op te lossen, werkt de TU Delft aan de verbetering van lichaamsbekrachtigde handprothesen. Het uiteindelijke doel is een lichtgewicht handprothese te ontwikkelen met een lagere bedieningskracht en een hogere knijpkracht.

x
Mis niet langer het laatste nieuws

Schrijf u nu in voor onze nieuwsbrief.

Inschrijven