Begin december is op het ECN Windturbine Testpark Wieringermeer (EWTW) de windturbine met tot nu toe Nederlands grootste vermogen en rotordiameter opgebouwd. De onderdelen van de Siemens 3,6 MW-turbine werden per schip aangevoerd via de werkhaven ’De Oude Zeug’ aan het IJsselmeer. Deze haven ligt vlak bij het kenniscentrum voor Windturbine Materialen en Constructies (WMC), het onderzoeksinstituut voortgekomen uit de samenwerking van ECN en TU Delft.
De onderdelen werden afgeleverd bij het WMC, in het havenstuk Kluisgat. Een Deens transportbedrijf verzorgde het vervoer van de onderdelen. De reden om zoveel mogelijk transport via het water te laten plaatsvinden, was de grootte en omvang van de delen: deze moesten voor het laatste stuk over land zelfs door speciaal geconstrueerde vrachtwagens, met een vastgezet opleggergedeelte, worden vervoerd. De dag na de aankomst werden de onderdelen van de haven naar het testpark vervoerd. Het transporteren van de onderdelen van WMC naar EWTW werd door de modderige weggedeeltes bemoeilijkt. Vervolgens werd de kraan van het WMC naar het EWTW verplaatst. Deze speciale kraan is tot een hoogte van 120 m verstelbaar en moest zelf met drie kleinere hijskranen in elkaar worden gezet.
De enige problemen die men bij de opbouw van de megawattwindturbine ondervond, waren technische problemen bij aansluiting van de bladen op de naaf. Hierdoor liep het assembleren van de turbine enige dagen vertraging op. De naaf werd uiteindelijk in zijn geheel, inclusief gemonteerde bladen, opgehesen naar de gondel. De duur van het hijsen van de gondel werd op circa 30 minuten geschat, de assemblage en het hijsen van de naaf, plus bladen, eveneens. Op 12 december werd de turbine aan het elektrische net aangesloten. In de komende weken neemt Siemens de turbine stap voor stap in bedrijf.
Het EWTW wordt door de fabrikant gebruikt om het vernieuwde prototype van de Siemens-windturbine samen met Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) te testen en te verbeteren. ECN is betrokken bij het uitgebreide meetprogramma aan het prototype. De resultaten daarvan maken het mogelijk te controleren of het ontwerp van de windturbine overeenkomt met de praktijk. Ter ondersteuning van de metingen beschikt het testpark over drie meetmasten met een hoogte van 108 m om windsnelheden en windrichtingen op verschillende posities en hoogten te meten. Op deze manier is het mogelijk het gedrag en de prestaties van de windturbines te meten bij verschillende windcondities. Naast opbrengst worden ook de geluidsproductie en de mechanische belasting van de turbine in kaart gebracht.