Luchtmotoren hebben hoge startkoppels en een goede regelbaarheid. Daarmee zijn deze aantrekkelijk voor een breed toepassingsgebied. Andere voordelen betreffen de geringe inbouwruimte en het kunnen toepassen in explosiegevaarlijke omgevingen. Daarmee vallen de nadelen zoals energieverbruik en gevaar op inwendige bevriezing in het niet.
Pneumatische aandrijvingen kennen veel voordelen. Mede met het oog op de ook aanwezige nadelen heeft het vooral zin luchtmotoren toe te passen als van een of meer van de voordelen gebruik kan worden gemaakt. Daarbij geldt tevens dat luchtmotoren zich het meest lenen voor kortstondig intermitterend bedrijf. Zo bewijzen luchtmotoren goede diensten in apparaten waarin te weinig ruimte is voor een elektromotor, op plaatsen waar geen elektriciteit aanwezig is en in explosiegevaarlijke omgevingen. Voorbeelden zijn roerwerken van verfbaden en ventilatoren voor het spoelen van tankers waarvoor anders explosieveilige elektromotoren nodig zouden zijn. Sommige typen kunnen zowel op perslucht draaien als ook op andere gassen als die in de directe omgeving aanwezig zijn.
UitvoeringenDe meest voorkomende soorten luchtmotoren zijn schottenmotoren, zuigermotoren en turbo’s; de minst voorkomende typen zijn tandwielmotoren en lobbenmotoren. Van alle uitvoeringen zijn schottenmotoren het meest in gebruik. Deze motoren bestaan uit een huis waarin excentrisch een rotor met schotten is geplaatst. Omdat de schotten tijdens het draaien contact maken met het stilstaande huis zijn deze van een slijtvaste kunststof gemaakt. Zuigermotoren bestaan uit een krukas en een aantal zuigers die in een ster zijn opgesteld. Belangrijk is dat alleen de cilinder die op dat moment actief moet zijn, perslucht krijgt. Zuigermotoren hebben veel voordelen en hierbij zijn veel opties mogelijk.
Het hele artikel is te lezen in nummer 11 van AT-aandrijftechniek, die 17 november 2006 verschijnt.
