Midden jaren tachtig nam de automatisering in fabrieken toe, maar kleinere oppervlakken en steeds kortere productiecycli zorgden voor een grotere belasting van kabelrupsen en kabels, met als uiteindelijk gevolg systeemuitval. Tegen deze achtergrond begon Igus te zoeken naar oplossingen voor het kwetsbare kabelsysteem. Het resultaat: de Chainflex speciale kabels voor gebruik in kabelrups.
Begin jaren tachtig vielen de kabels steeds vaker uit als gevolg van de continu, vaak zelfs sprongsgewijs, toenemende belasting. Door materiaalmoeheid ontstaan blijvende vervormingen en vormen de aders door de buigbewegingen hun eigen stuik- en strekzones. Dit leidde tot aderbreuk ontstaat en soms tot volledige productiestilstand, maar in ieder geval tot hoge kosten. De energietoevoer zelf functioneerde echter zonder problemen.
Vaak schoven kabelrups- en kabelfabrikanten elkaar de zwarte piet toe voor het veroorzaken van de uitval en bleef de klant zitten met het probleem én met de kosten. Om dit te voorkomen, besloot Igus alles op elkaar afgestemd uit één hand te gaan leveren.
Bij de traditionele methode worden de kabeladers in meerdere lagen rond een centrum geslagen en voorzien van een geëxtrudeerde mantel. Igus daarentegen slaat de kabels in korte slaglengten tot afzonderlijke bundelgroepen van drie, vier of vijf aders. Deze bundels worden vervolgens opnieuw in een specifieke slaglengte om een trekvast kernelement geslagen. Deze zogeheten Chainflex kabels zijn voorzien van een trekontlastende kern, een geëxtrudeerde binnenmantel en buitenmantel en een gesloten afschermingsvlechtwerk voor optimale EMC-bescherming.
De kabels zijn inmiddels leverbaar in meer dan 750 typen en zeven verschillende mantelmaterialen, die speciaal zijn afgestemd op de toepassing ter plaatse en de desbetreffende omgevingsomstandigheden. De fabrikant levert de lengte die de klant nodig heeft voor de desbetreffende toepassing.