Wereldwijd zijn er ongeveer een miljoen robots aan de slag, een aantal dat gestaag groeit. De meeste van deze machines staan echter in de fabrieken van grote bedrijven. De EU wil een project starten om nieuwe, goedkopere robots te ontwikkelen voor het MKB onder de naam EU SMErobot-project.
Bij het project zijn onderzoeksinstellingen, universiteiten en de top-vijf van Europese robotfabrikanten betrokken. De deelnemers willen de robots ook attractief maken buiten de grootschalige industrie. Om dat realistisch te maken moeten de ‘metalen hulpjes’ helemaal worden herontwikkeld, volgens Martin Hägele van het Fraunhofer Institute for Manufacturing Engineering and Automation IPA, coördinator van het project.
In de vier jaar dat het project gaat duren heeft het consortium drie doelen gesteld:
- de robot moet eenvoudig in te leren zijn, met intuïtieve commando’s
- de robot moet aan alle veiligheidseisen voldoen om in dezelfde ruimte te werken als mensen
- de robot moet in drie dagen kunnen worden geïnstalleerd en geoperationaliseerd.
Door een modulair karakter moet de machine geschikt zijn voor brede toepassingen, van houtbewerking tot metaal of keramiek, van boren tot tillen. De prijs zou niet meer moeten bedragen van een traditioneel robotsysteem.
Dit lijkt eenvoudiger dan het is. Momenteel heeft een programmeur een week nodig de controllersoftware te schrijven, terwijl in de toekomst een fabrieksarbeider de commando’s moet kunnen gebruiken. Eigenlijk moet de robot zijn als een leerling ten opzichte van de meester en zal dus geluidsinstructies en gebaren moeten herkennen.
Vanwege de veiligheid zou de robot met minder kracht moeten werken om een mens te kunnen bezeren. Dat kan alleen worden bereikt door de onderdelen zo licht mogelijk te construeren.
De partners in het project moeten de hard- en software ontwikkelen en tegelijkertijd nadenken over investerings- en financieringsmodellen. Die zullen uiteindelijk het succes bij het midden- en kleinbedrijf bepalen.