Ga naar hoofdinhoud

Enerpac helpt Olympisch stadion op eigen benen staan

Na een bouwperiode van twee jaar is de hoofdlocatie voor de Olympische Spelen van 2008 in Beijing in het laatste en belangrijkste stadium gekomen: de fase waarin de staalconstructie wordt opgebouwd: de demontage van de tijdelijke draagtorens. Tijdens de bouw werd de kruiselings gevlochten stalen dakconstructie van het vogelnestje ondersteund door 78 tijdelijke stalen draagtorens.

In de meeste westerse landen zouden kranen moeten worden gehuurd voor het hefkarwei terwijl lassers de lassen van de 78 draagtorens zouden verwijderen. In China is het voor enkele dagen huren van 800-tons kranen echter zo kostbaar, dat naar een slimmere en goedkopere oplossing moest worden gezocht. Belangrijke randvoorwaarden voor de totale verwijderingsoperatie waren veiligheid, controle, stabiliteit en kosten. Enerpac werd hiervoor om raad gevraagd. In China heeft Enerpac naam gemaakt met hydraulische oplossingen voor schuifdaken (stadion NanTong) en het verplaatsen van gebouwen (Sjanghai concert hall).

De constructie werd eerst met volledig synchrone besturing van de steunen geheven waarna de lassen worden verwijderd. Daarna wordt de constructie trapsgewijs synchroon neergelaten zodat de 50 mm dikke stelplaten die tijdens de bouw werden gebruikt, kunnen worden verwijderd. Computergestuurde hydraulische systemen zijn ideaal voor dergelijke klussen.


Het afkappen van de ‘takken’ van de tijdelijke draagtorens (foto: Enerpac)

De totale configuratie, inclusief de centrale computer, de computerbesturing per satelliet, 156 dubbelwerkende hydraulische hogedrukcilinders en de 55 elektronisch gestuurde hydraulische krachteenheden werden door Enerpac gespecificeerd en volledig op maat ontworpen. Voor extra veiligheid, controle en nauwkeurigheid zijn multifunctionele ventielen, belastingssensoren, slagsensoren, schokdetectie en een digitaal feedbacksysteem geïntegreerd.

Het ontwerp van het vogelnestje is gebaseerd op drie constructiecirkels: een buitencirkel, een centrale cirkel en een binnencirkel. Iedere cirkel heeft een specifiek aantal ondersteunende draagtorens. Dit loopt uiteen van 24 voor de buitenste en de centrale cirkel tot 30 voor de binnenste cirkel. Uit het oogpunt van belasting, besturing en nauwkeurigheid zijn de 78 steunpunten inclusief de bijbehorende hydraulische systemen verdeeld over 10 gebieden, ieder met een eigen satellietbesturing.

Voor het feitelijke heffen en neerlaten is iedere draagtoren uitgerust met twee dubbelwerkende cilinders van 150 ton. Alle belastings- en slaggegevens zijn voorgeprogrammeerd op de centrale computer voor een volledig gecontroleerd hef- en neerlatingsproces. Tijdens het trapsgewijs neerlaten wordt het vogelnest tijdelijk ondersteund door hydraulische cilinders en de stelplaten op de tijdelijke steunkolommen.

x
Mis niet langer het laatste nieuws

Schrijf u nu in voor onze nieuwsbrief.

Inschrijven