Jungheinrich werkt samen met een aantal andere bedrijven en instituten aan de ontwikkeling van de methanolbrandstofcel. Het consortium onderzoekt of het concept zowel technisch als economisch geschikt is voor intern transporttrucks. Consortiumleider is het Forschungszentrum Jülich in de gelijknamige plaats tussen Aken en Düsseldorf.
In tegenstelling tot waterstofbrandstofcellen, die vooral voor de automotive branche worden ontwikkeld, zijn direct methanol brandstofcellen bedoeld voor toepassing in lagere vermogensklassen. Als de economische randvoorwaarden gunstig blijken te zijn, zou de techniek in de toekomst kunnen worden doorontwikkeld voor toepassing in onder meer elektrische pallettrucks en stapelaars.
Sneller en goedkoper
In plaats van een batterij te wisselen, zou de bediener van de truck in de toekomst slechts enkele minuten voor het tanken van methanol nodig hebben. Daarbij kan met één tank meer dan twee keer zo lang worden gewerkt als met een conventionele tractiebatterij.
In tegenstelling tot waterstof, is de infrastructuur voor het tanken van methanol betrekkelijk eenvoudig en goedkoop te realiseren. De handling van methanol is net zo gemakkelijk als die van benzine of diesel. De beschikbaarheid is evenmin een probleem, omdat methanol al op grote schaal in de chemische industrie wordt gebruikt. Daarnaast is het gemakkelijk te produceren met natuurlijke grondstoffen.
Of en wanneer de direct methanol brandstofcel een succes wordt, biedt dat volgens Jungheinrich de fabrikanten van intern transporttrucks behoorlijk wat ontwerpvrijheid: De brandstofcel kan worden verdeeld in meerdere subsysteempjes, wat extra flexibiliteit betekent. Die flexibiliteit zou vervolgens kunnen worden gebruikt om meeloop-pallettrucks compacter te maken of juist comfortabeler.
Naast Forschunszentrum Jülich en Jungheinrich AG participeren Ritter Elektronik, AKG Unternehmensgruppe en EBM-Papst in het consortium. De bedrijven krijgen advies van Management Engineers.