Het Joint Robotics Laboratory en Airbus starten een vier jaar durend project waarin menselijke robots worden ontwikkeld om de productie van vliegtuigen te ondersteunen. Robots kunnen hierbij de meer zware en/of gevaarlijke taken van mensen overnemen.
De grootste uitdaging om menselijke robots in de vliegtuigindustrie in te zetten, is dat ze in een veranderende omgeving met steeds weer andere objecten moeten zien te bewegen. De wetenschappers die aan dit project werken gaan nieuwe algoritmen ontwikkelen voor de aansturing voor de nauwkeurige bewegingen van menselijke robots.

Gezien de afmetingen van grote vliegtuigen en de vele verschillende werkzaamheden die bij de productie van vliegtuigen voorkomen, is het niet wenselijk om vaste industriële robots te gebruiken zoals deze wel toegepast worden bij de serieproductie in de automobielindustrie. Daarbij komt dat het bij auto’s vaak om grote aantallen per dag gaat, terwijl het in serie bouwen van een vliegtuig al gauw enkele weken tot maanden kost. Bij Airbus worden wel robotarmen gebruikt en robots die op een verplaatsbaar onderstel staan, maar deze hebben toch hun beperkingen. Ze kunnen geen ladders of trappen op klimmen, of objecten op de werkvloer ontwijken.
Multi-contact
Voor een eerste gedeelte van het project ontwikkelt het Joint Robotics Laboratory, op basis van de HRP-2 en HRP-43 robots, nieuwe technieken op het vlak van ‘multi-contact’ bewegingen. Het gaat hierbij niet alleen om contact met de robotvoeten, maar het complete lichaam, zodat een robot ook een ladder kan opklimmen en een besloten krappe ruimte in kan kruipen. Meerdere contactpunten maken een robot stabieler en hij kan meer kracht uitoefenen bij een bepaalde taak. De nieuwe bewegingsalgoritmes worden getest binnen meerder scenario’s binnen de Airbus Group (passagiersvliegtuigen, helikopters en ruimtevaart) en zullen de komende jaren steeds realistischer worden. Naar verwachting wordt het dan mogelijk om de eerste menselijke robots binnen 10 tot 15 jaar daadwerkelijk in te gaan zetten bij de productie van grotere vliegtuigen.
Bron: CNRS