Hyvia, een 50/50 joint venture tussen Renault en het Amerikaanse Plug Power opende onlangs een nieuwe productiefaciliteit in Flins (FR) voor de bouw van brandstofcellen en randapparatuur voor waterstofmobiliteit. Die zijn nodig voor de bestelauto’s op waterstof die Renault nog dit jaar wil uitrollen. Maar mogelijk nog interessanter is het uitgangspunt dat Hyvia hierbij hanteert. In feite wil Hyvia niet alleen bestelauto’s aandrijven op waterstof. Ze biedt ondernemers ook de mogelijkheid dit gas zelf op te wekken. Om zo onafhankelijk van de grid te kunnen opereren.
Op zich is dit idee verre van nieuw. Maar het is wel heel actueel. Want de transitie van fossiele brandstof naar zero-emissie transport wordt in Nederland ernstig belemmerd door kabelnood als gevolg van een overbelast elektriciteitsnet. En als alle plannen en wensen van de overheid werkelijk snel door het bedrijfsleven zouden worden opgepakt, zou een acuut groene elektroneninfarct het gevolg zijn.
Turnkey mobiliteitsoplossing
Hyvia wil turnkey waterstof-mobliliteits-oplossingen voor het bedrijfsleven leveren waarmee een ondernemer met één telefoonnummer zowel de apparatuur voor het opwekken van energie, het omzetten naar waterstof, de opslag van het gas als de distributie naar zijn waterstof-aangedreven voertuigen in huis krijgt. Het enige dat hij zelf moet meebrengen, is een flink dak of een eigen terrein voor zonnepanelen of een windturbine. Het zal voor veel partijen aantrekkelijker zijn dan met vier-vijf partijen om de tafel te moeten.
Altijd mobiel
Het idee van Hyvia rekent ook meteen af met het probleem dat als de zon schijnt en je PV’s dus voldoende energie leveren om je voertuigen te laden, deze hoogstwaarschijnlijk ergens aan het werk zijn. Momenteel is dat hét dilemma voor iedereen die met eigen stroom zijn wagenpark wil bedienen. Energieopslag in batterijbanken is voorlopig nog erg duur. Volgens Hyvia is de conversie van zonne-energie naar waterstof dan toch beter om altijd zero emissie mobiliteit te garanderen.
Fuel cell fabriek
De meeste aandacht ging onlangs uiteraard nog uit naar het in gebruik nemen van de nieuwe productiefaciliteit van Hyvia. Daarbij lag de nadruk op het bouwen van de fuel cells die nodig zijn voor de drie verschillende modellen Renault Master die Renault als waterstofvoertuig op de markt wil zetten.
Dat komt omdat de apparatuur voor de periferie rond de waterstofbestelauto al lang kant-en-klaar op de Plug Powerplank ligt. Maar deze fuel cell is, weliswaar met Plug Power onderdelen, dedicated ontworpen voor Renault.
Robuuste componenten
Het eerste verschil met een stationaire fuel cell is het frame waarin alle componenten worden gebouwd. Dat is veel robuuster omdat het de componenten niet alleen op automotive niveau moet beschermen tegen een impact maar ook tegen veel meer trillingen. Het hart van de installatie is natuurlijk de eigenlijke stack. Die bestaat uit 200 cellen die met een typische output van 0,75 V samen 150 V opleveren.
Achter de stack zitten twee DC/DC omvormers: de eerste brengt de 150 V naar de 400 V waarop de rest van de aandrijving werkt. De tweede brengt de 150 V terug naar 24 V voor de aansturing van de boordsystemen.
Typische periferie
De rest van de apparatuur is de periferie die nodig is voor een constante en robuuste betrouwbare stroomoutput. Allereerst is er natuurlijk de elektronica die in een degelijke behuizing alle componenten van de fuel cell aanstuurt én het contact houdt met de auto waar die in staat. Dan is er een groot luchtfilter en een compressor. Want anders dan bij een verbrandingsmotor, beweegt er …..
Het complete artikel over Hyvia, het concept en de waterstof-technologie, is geschreven door Bert Roozendaal. Het artikel is te lezen in de komende Aandrijftechniek.