Op 12 april 2008 werd het nieuwe Oslo Opera House officieel geopend. Een indrukwekkend architectonisch gebouw met ‘state of the art’ toneeltechniek van Bosch Rexroth. Met meer dan 200 elektrische aandrijvingen in de toneeltoren en een 6500 kW hydraulische installatie voor het bewegende toneel is dit het, tot nu toe, grootste project van Bosch Rexroth Noorwegen.
De complete techniek van de Oslo Opera House mag er zijn. In het bovenste theatergedeelte zijn meer dan 200 elektrische aandrijvingen te vinden, hetgeen binnen de theaterbranche een wereldrecord is. De meeste van deze elektrische aandrijvingen dienen voor aandrijving van de trekkenwand decors. De overige lieren, de punt trekken, worden gebruikt voor de het takelen van attributen, het bewegen van lichtbruggen, het openen en sluiten van de toneelgordijnen en de aandrijvingen van de akoestische deuren en brandgordijn.
De lieren hebben een hijsvermogen vanaf 500 kg tot 1500 kg en de hijssnelheden variëren van 0,25 m/s voor een ketting hefsysteem tot 1,8 m/s voor de 1000 kg lieren. Alle lieraandrijvingen zijn volledig ingekapseld om zo weinig mogelijk geluid te maken. Maximaal is 35 dB(A) tot 40 dB(A) acceptabel in een theater, gemeten op de eerste rij, waar de toeschouwers zitten.
Compacte Hägglunds motoren (inmiddels ook van Bosch Rexroth), drijven via een grote tandwielkast de lieren aan voor het heffen en laten zakken van de 32 ton zware hefpodia (foto: Paul Quaedvlieg)
Hydrauliek
Voor de aandrijving van toneel- en orkestbakvloeren is gekozen voor hydrauliek. Ten eerste gaat het om zware staalconstructies met decorstukken en mensen, ten tweede omdat de energie efficiëntie van hydrauliek, dankzij het gebruik van accumulatoren, beter is dan die van zware elektrische aandrijvingen. De complete toneelvloer bestaat uit vier grote hefpodia met elk een massa van 32 ton en een belading capaciteit van 6,4 ton, 16 secundaire hefpodia met elk vier hydraulische cilinders voor hoogte en hoekverstelling en tenslotte nog een elektrisch aangedreven roterende toneelvloer met een diameter van 15 m. Daarnaast is ook de orkestbak in drie delen te positioneren.
Het diepste punt van het theater ligt op ruim 12 m onder zeeniveau. Daar bevinden zich het hydraulische aggregaat en vijf accumulatoren. Deze accumulatoren worden binnen 180 s volledig op druk gebracht door het hydraulische aggregaat. De druk uit de accumulatoren wordt dan gebruikt om de hefpodia geruisloos te laten bewegen. En mocht het aggregaat bijspringen om de accumulatoren weer op de werkdruk van 210 bar te brengen, dan is dat voor de bezoekers niet hoorbaar, het staat immers op het diepste punt, sub zero.
