De meeste mensen die in de techniek werken en die tevens vader of moeder zijn, hebben wel eens vragen gehad van hun kinderen over techniek. “Papa, hoe kan die roltrap bewegen? Papa, waarom kan een vliegtuig vliegen? De meeste techneuten zullen hun kinderen met veel plezier antwoord geven, desnoods met een schetsje op een vel papier. Maar sommige technici gaan verder, zoals Martin Harms, werkzaam op het Lenze Application Centre in Hameln (D).
Om zijn kinderen uit te leggen wat motion profielen, cam-groepen en andere aandrijftechnische zaken zijn, ontwikkelde Harms een jongleermachine. Niet alleen voor het plezier van zijn kinderen, maar ook als eyecatcher voor de cam-functionaliteiten van de L-force servo drives 9400 van Lenze op industriële beurzen. Jongleren is een gecoördineerde beweging van twee handen, in dit geval van twee drives. De bewegingscyclus van het jongleren lijkt op die van bepaalde nokkenbewegingen in de industrie. Het vangen en gooien van ballen is een perfecte taak voor elektronische nokkengroepen.
Vier Lenze synchrone servomotoren van het type MCS drijven lineaire assen aan voor de beweging van de ‘handen’ (foto: Paul Quaedvlieg)
Gooipatronen
Bepaalde gooipatronen werden in de Lenze engineering software ontworpen zodat de gooiafstand en gooihoogte binnen de afmetingen van de behuizing van de machine bleven. Voor de L-force engineer cam-editor was de berekening op maat gesneden, vooral bij het zeer nauwkeurig matchen van de gerelateerde bewegingen en bijbehorende nokken. Aan de buitenzijde lijkt het allemaal eenvoudig, maar de uiteindelijke fine-tuning kostte veel tijd. Er werd gekozen voor vier Lenze servo drives van het type 9400 en vier Lenze synchrone servomotoren van het type MCS. Deze motoren werden gekoppeld aan lineaire assen.
Tijdens de Hannover Messe 2008 werd de Jonglator voor het eerst getoond en op de SPS/IPC/Drives 2008 in Neurenberg was deze mechatronische jongleur ook aanwezig.