De Vrije Universiteit, TU Delft en Radboud Universiteit Nijmegen bijten het spits af met afspraken over het toegankelijker maken van technisch onderwijs. Dit is gebeurd met het Platform Bèta Techniek. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat ook de andere universiteiten dit voorbeeld volgen.
Om het technisch wetenschappelijk onderwijs aantrekkelijker te maken zet het Platform Bèta Techniek tot 2008 20 miljoen euro in uit de middelen van het Nationale Deltaplan Bèta Techniek. Speerpunt van de actie is de aansluiting van het voortgezet onderwijs op de universiteit te verbeteren. Hiervoor moeten de universiteiten intensiever gaan samenwerken met de scholen.
De afspraken vinden plaats in het programma Sprint Techniek. Daarbij worden onder meer studenten van universiteiten gekoppeld aan VWO-leerlingen en wordt de voortgang van vernieuwingen bewaakt. Een belangrijk onderdeel van het plan is dan ook het verbeteren van de netwerk- en communicatie-activiteiten binnen en tussen universiteiten.