Mitsubishi Electric heeft de tien miljoenste PLC uit de serie Melsec FX geprodu-ceerd en geleverd. Op de sterk concurrerende PLC-markt mag dat een knappe prestatie heten. Sinds de introductie in 1981 staat de compacte besturing voor goede prestaties en flexibi-liteit in een compacte behuizing. In Nederland wordt het merk al vele jaren vertegenwoordigd door Koning & Hartman.
Het afzetvolume toont aan, dat de FX bij machine- en installatiebouwers én eindgebruikers in de smaak valt. De compacte maar krachtige PLC heeft zich op alle belangrijke markten een plaats verworven. Sinds de introductie dertig jaar geleden heeft de flexibele maar krachtige besturing bijgedragen aan de acceptatie van PLC’s in kleine, laaggeprijsde toepassingen waar voordien alleen op relais gebaseerde besturingen werden gebruikt. Door steeds doorgaande verdere ontwikkeling heeft Mitsubishi met de FX een aantrekkelijke positie opgebouwd in deze nieuwe markt voor PLC’s.
Ontwikkeling
De eerste modellen konden voornamelijk digitale besturingstaken vervullen. Door vragen uit de markt naar steeds omvangrijkere functies in een be-perkte ruimte duurde het niet lang voor ook analoge functies werden toegevoegd. In de huidige derde generatie (FX3-serie) is deze compacte PLC een zelfstandige besturing, die behalve digitale en analoge besturings-functies (tot 384 I/O) ook modules voor de modernste aandrijf- en servotoepassingen en snelle positioneersystemen omvat. Dit wordt mogelijk door een verwerkingstijd van slechts 0,065 μs.
Behalve als autonoom systeem functioneert de FX3-familie ook goed in ge-centraliseerde en gedecentraliseerde besturingsssystemen. Dit is te danken aan de beschikbaarheid van krachtige communicatie-opties als Mitsubishi’s eigen systemen CC-Link en SSCNET III (Servo System Controller Network) en open systemen zoals Ethernet.
Belangrijk bij het succes van de Melsec FX3-Serie is ook dat deze ‘back-wards compatible’ is met alle voorgaande modellen. Hierdoor blijven investeringen van klanten in applicatieprogrammatuur behouden en blijven de kosten bij de overgang naar de nieuwe krachtiger generatie beperkt.
