Op 5 september opende Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) in de Wieringermeer zijn nieuwe schaalpark. Met het nieuwe park kan ECN grensverleggend windonderzoek doen, dat onder andere antwoord moet geven op de vraag hoe windturbines in grote windparken op elkaar reageren.
Het schaalpark, gebouwd op het al bestaande ECN-testpark in de Wieringermeer, telt tien windmolens, tien kleine meetmasten en vier grote meetmasten. De windmolens hebben een rotordiameter van 7,60 m, een tiphoogte van 11,30 m en een vermogen van 10 kW. Daarmee is het schaalpark niet zo imposant als de verzameling windturbines die sinds 2003 in de Wieringermeer staat.
De kleine turbines zijn speciaal voor ECN gebouwd door de Duitse specialist Aircon. De turbines hier zijn precies in verhouding met de grote windturbines, Om de meetgegevens zo accuraat mogelijk te laten zijn. Ook heeft het bedrijf speciaal voor ECN rotoren met bladhoekregeling gemaakt. Door de intensieve samenwerking kunnen ECN en Aircon beide de vruchten plukken van het project.
Luchtstromen
De onderzoeksresultaten van het schaalpark zullen naar verwachting imposant zijn. Als objecten dicht bij elkaar staan, heeft dat invloed op de luchtstromen. Die invloeden moeten worden onderzocht om windmolens zo slim mogelijk bij elkaar te kunnen zetten en het hoogste rendement uit het totale park te halen.
Het unieke van het proefveld is dat turbines die vooraan in de wind staan, informatie doorgeven aan de overige turbines. Deze kunnen dan de stand van de rotorbladen en het toerental veranderen. Door de luchtstromen in kaart te brengen, kunnen de onderzoekers van ECN regelstrategieën ontwikkelen en testen om de elektriciteitsproductie van windparken te verhogen.
Het testpark is een essentiële aanvulling op het rekenwerk dat ECN al jarenlang doet. De verminderde windsnelheid en veranderde windstructuur (zog) achter een windturbine zijn met de huidige modellen niet goed te berekenen. Ook onderzoek in windtunnels brengt geen uitkomst.
