Voor aanleg, onderhoud en reparatie van installaties in explosiegevaarlijke gebieden gelden sinds 1 maart enkele nieuwe ATEX-normen. Deze strekken zich uit over zowel de apparaten die bij het werk worden gebruikt als de componenten en apparaten die in de installaties worden gemonteerd. Voorbeelden hiervan zijn schakelkasten, apparatuur voor de klimaat-beheersing en allerlei andere installatiedelen en componenten.
De Europese richtlijnen ATEX 95 en 137 werden al op 1 juli 2006 van kracht. De nieuwe normen die begin maart 2007 van kracht werden, hebben betrekking op zowel de producten (ATEX 95) als de zones (ATEX 137) waarin ze mogen worden toegepast. De veranderingen volgen elkaar snel op omdat de Europese normcommissies, waarin Nederland wordt vertegenwoordigd door NEN-commissieleden, meer onderlinge afstemming willen brengen in de normen onder de twee afzonderlijke richtlijnen. Dat is te zien aan de nieuwe nummering, ze gaan allemaal tot dezelfde serie behoren.
EN 60079
De eerste norm die onder ATEX 95 is veranderd, betreft EN 50014 voor producten. Daarvoor in de plaats komt EN 60079 deel 0. De daarbij behorende specifieke producteisen komen te staan in aparte deeltjes. Zo is EN 50018 voor drukvaste apparatuur opgevolgd door EN 60079 deel 1.
Om invulling te geven aan ATEX 137 kunnen eveneens delen van EN 60079 worden gebruikt. Deel 10 geldt voor de indeling in risicozones, deel 14 voor installaties in de verschillende zones, deel 17 voor het onderhoud van die installaties en deel 19 over de reparatie ervan. (foto: Siemens)