Driekwart van alle bedrijven in de Nederlandse Maakindustrie voert meer dan 75% van de productie in Nederland uit en ziet dit productieaandeel tot 2010 alleen maar toenemen. Bedrijven hebben voldoende vertrouwen om een belangrijk deel van de activiteiten in Nederland uit te blijven voeren. Het toekomstperspectief voor de Nederlandse industrie is hiermee goed. Deze conclusies blijken uit onderzoek dat ING Bank in samenwerking met vijftien brancheverenigingen presenteerde tijdens het congres My Industry Dutch Manufacturing 2010 op 16 november.
Het onderzoek My Industry Dutch Manufacturing 2010 laat zien hoe de Nederlandse maakindustrie kan overleven in 2010 op de wereldmarkt. Zorgwekkend is dat eenderde van de ondernemers aan geeft dat globalisering geen invloed heeft. Om te overleven op de wereldmarkt is nieuw onderscheidend vermogen essentieel. Pieter Jan van den Brink, directeur ING Bank, verantwoordelijk voor de divisie Mid Corporates: “We moeten af van het idee dat globalisering alleen maar bedreigend is voor de industrie. De huidige internationalisering biedt de Nederlandse maakindustrie vooral kansen, zoals een focus op opbrengsten in plaats van kosten, het benutten van de Nederlandse creativiteit en ontwikkelen van duurzaamheid.”
‘One voice’ voor en door de Nederlandse maakindustrie ondersteunt het behoud van de maakindustrie in Nederland. Dit is een belangrijk signaal naar de ondernemers want de noodzaak van slagkracht en schaalgrootte wordt op de wereldmarkt steeds belangrijker. ‘One voice’ heeft ook als doel het imago van de branche te verbeteren. De eerste stap is gezet met deze samenwerking tussen ING Bank en de vijftien brancheverenigingen. Maar, politieke beleidsprioriteit is voorwaarde om het ondernemersklimaat op peil te houden. Investering in onderwijs en ontlasting van regelgeving is van essentieel belang om de concurrentiepositie van de Nederlandse maakindustrie in de toekomst veilig te stellen.