ECN en het Holst Centre, een open-innovatiecentrum opgericht door TNO en het Vlaamse IMEC, slaan de handen ineen om de opgedane kennis rondom organische (of kunststof) zonnecellen te vertalen naar bedrijfsklare technologie. Beide instituten ondertekenden daarvoor een samenwerkingsovereenkomst.
ECN focust zijn activiteiten op hernieuwbare energie, met zonnecellen als een belangrijk onderdeel daarvan. Het voorbije decennium deden in de zonnecelwereld naast het traditionele silicium ook organische materialen hun intrede. Die zijn vooralsnog minder efficiënt dan silicium, maar toch interessant, omdat ze zorgen voor mogelijk goedkopere zonnecellen. Organische zonnecellen kunnen bovendien op buigbare ondergronden worden gemaakt zodat nieuwe toepassingen als integratie in textiel en kledij mogelijk worden.
Grootschalige productie
Na de voorbije jaren van kennisopbouw over materialen en productiemethodes in het laboratorium, is het tijd om de technologie klaar te stomen voor productie op grote schaal. Alleen dan komen de pluspunten van organische zonnecellen volledig tot hun recht. Het Eindhovense onderzoekscentrum Holst Centre opende midden juni een zogenaamde Roll-to-Roll lijn waarop dunne lagen voor elektronica (zonnecellen, Organic Light Emmiting (OLED)) geprint kunnen worden op een manier vergelijkbaar met het drukken van kranten.
In het programma van ECN en Holst Centre, dat voor organische zonnecellen de overstap naar grootschalige productiemethodes mogelijk moet maken, wordt onder andere bekeken of de materialen hun efficiëntie behouden wanneer ze op grotere schaal worden aangebracht. Vooruitzicht is dat binnen ongeveer vijf jaar de technologie klaar is om toegepast te worden in bijvoorbeeld kleinschalige consumentenproducten.