vijf grote Nederlandse bedrijven hebben besloten hun krachten te bundelen om goedkopere en efficiëntere onderhoudsprogramma’s voor machines, schepen en turbines te ontwikkelen. Het samenwerkingsverband heet: World Class Maintenance Consortium (WCMC).
Samenwerking is een voorwaarde om van onderhoud en reparatie een belangrijk exportproduct te maken. Daarom hebben Gasunie, Essent, Schelde Marinebouw, scheepsproducent Wärtsilä en het logistiekcentrum van de Koninklijke Luchtmacht de handen ineengeslagen.
“Dit is het eerste cross-sectorale samenwerkingsverband op het gebied van maintenance”, aldus Michel Weeda van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM). In verschillende proefprojecten gaan de bedrijven aan de slag om met nieuwe kennis nieuwe marktkansen te creëren. De samenwerking heeft een looptijd van drie tot vijf jaar, waarbij de deelnemers enkele tientallen fte’s inzetten. Het WCMC wordt gedeeltelijk gefinicierd vanuit het ministerie van Economische Zaken.
Het bijzondere aan het WCMC is volgens Weeda ‘dat de deelnemers met open vizier naar de inzetbaarheid van onderhoudskennis uit andere sectoren kijken en de korte lijnen met onderwijs’. De ambitie van het verband is opschaling naar een landelijk maintenace platform. BOM en Rewin benaderen universiteiten en diverse industriepartijen om zich aan te sluiten, en proberen het thema op de politieke agenda te krijgen.
