Behalve de coronacrisis en de klimaatcrisis, hebben we nu ook te maken met een chips-crisis. Fabrikanten van consumentenelektronica, smartphones, auto’s, maar ook fabrikanten van besturingen, robots en andere high-tech apparatuur, allemaal willen ze chips oftewel microprocessoren. Er is een dusdanig tekort dat autofabrieken al tijdelijk productiestops inlassen. En dat allemaal vanwege een enorm tekort aan die kleine stukjes silicium met een stratenpatroon in laagjes waar je ‘U’ tegen zegt. Momenteel gaan chipproducenten als TSMC, Samsung, Intel en vast nog meer de komende jaren honderden miljarden (!) investeren om hun chipproductie te vergroten.

Zelf heb ik tijdens mijn technische carrière ook mogen werken in de chipproductie. In 1988 werd ik aangenomen bij Eurasem in Nijmegen. Een start-up bedrijf met risicokapitaal. Een bedrijf dat microprocessoren assembleerde in opdracht van derden. We hadden een Amerikaanse directeur en ik had een Ierse Shiftleader. Mijn collega’s in de productie waren allemaal jong en technisch opgeleid. Het was hard werken in de clean room en ook nog eens in drieploegendienst. Een vrolijke boel en een mooie tijd. Maar ook een tijd van tekorten. Vooral de 256 kB geheugenchips waren niet aan te slepen. Niet voor te stellen nu tegenwoordig de nieuwste iPhone al 512 GB capaciteit heeft. Nee, dan die 256 kB chips. Mijn taak als jonge WTB-er in de Front-end productie was het instellen en bedienen van een aantal Kulicke & Soffa wirebond machines. Mooie high-tech machines uit de VS, echter verliep de productie lang niet altijd vlekkeloos. Vooral in de nachtdiensten als niet iedereen even goed bij de les was en de geautomatiseerde machines vrolijk doorwerkten, ging het wel eens fout. Het wirebonden was een delicaat proces en regelmatig pakten de draadjes niet goed op hetzij de processor, hetzij het leadframe. Bovendien gaf de machine lang niet altijd een foutmelding. Als je dan een half uur je machine niet in de gaten had gehouden waren er heel wat dure ‘afkeur’ geheugenchips die de prullenbak in konden. Ik heb mijn Ierse shiftleader Thomas regelmatig dingen horen zeggen, waar zelfs Ierse setters geen brood van lusten!
Wat mij echter in die tijd mateloos fascineerde was het patroon van de microprocessor. Bij het instellen, programmeren en teachen van de wirebonders keken we door een soort microscoop naar de processor. Ik kreeg van Thomas een keer een tip op zoek te gaan naar het Easter egg van de ontwerpers van de processor. Een soort handtekening, maar wel verstopt en vaak ludiek. Lang niet elke microprocessor had dat overigens, maar de leukste die ik destijds ben tegengekomen was een mini-dinosauriër, die je lachend aankeek als je door de microscoop loerde. Ik heb er nog een Polaroid foto van, of klinkt dat wel heel erg jaren tachtig? Desalniettemin een mooie tijd. Ik hoop dat de chiptekorten van nu snel opgelost kunnen worden. Destijds zijn we er weer bovenop gekomen, dat moet nu ook lukken!